Inhoud
De platen die het aardoppervlak bedekken, zijn constant in beweging door veranderingen in het gesmolten gesteente diep in de aarde. Het soort activiteit dat plaatsvindt tussen deze bewegende platen kan leiden tot aardbevingen. Minder vaak is de ondergrondse activiteit die plaatsvindt tijdens een aardbeving vulkanisch. Aardbevingen vinden plaats op het aardoppervlak, ver weg van de plaats van de actie, als gevolg van seismische golven.
Tektonische platen
De bovenste laag van de aarde, ook bekend als de korst, bestaat uit gigantische stukken rots die tektonische platen worden genoemd. Bewegingen in de aarde veroorzaakt door temperatuurschommelingen veroorzaken geleidelijke bewegingen in deze platen. De afstand die ze in de loop van een jaar afleggen kan variëren van minder dan 1 inch tot iets meer dan 2 1/2 inch, tegen elkaar in, langs elkaar of weg van elkaar. De platen boven zeeniveau staan bekend als continentale platen, en die onder de oceaan worden oceanische platen genoemd. Het is langs de grenzen van deze platen dat aardbevingen meestal optreden.
Plaatgrenzen
Op sommige plaatsen zijn de randen van tektonische platen ruw en bros. Als platen die langs elkaar duwen vast komen te zitten op een ruwe rand, wordt energie opgeslagen. Deze energie kan gedurende een periode van honderden jaren worden opgebouwd. De energie blijft ondergronds bouwen totdat de platen eindelijk weer kunnen bewegen. Dit is waarschijnlijker waar plaatranden bros genoeg zijn om delen van de rots af te breken, waardoor een plotselinge schok ontstaat. Op dit punt komt energie ondergronds vrij van het bewegingspunt, bekend als het epicentrum, en deze energie reist door de rotsen eromheen en wordt aan het oppervlak gevoeld als een aardbeving. Negentig procent van de aardbevingen vindt plaats bij plaatgrenzen of fouten.
Vulkanische activiteit
In zeldzame gevallen kunnen aardbevingen worden veroorzaakt door vulkanische activiteit. Wanneer magma zich ondergronds in een nieuw gebied begeeft, komt het objecten tegen die het soepel laten stromen. De resultaten kunnen worden gevoeld als een aardbeving. Wanneer magma ondergronds beweegt, kan het ook veroorzaken dat steen zich verplaatst naar de lege ruimtes die ooit door magma werden bezet, maar nu zijn achtergelaten terwijl het verder ging. Wanneer dit soort activiteit plaatsvindt, kunnen aardbevingen aan het oppervlak worden gevoeld en kunnen ernstige barsten in het aardoppervlak ontstaan.
Seismische golven
De ondergrondse activiteit van massief gesteente en magma kan op het aardoppervlak worden gevoeld vanwege seismische golven. Terwijl potentiële energie wordt vrijgegeven uit het ondergrondse epicentrum van de aardbeving, reist het naar buiten in alle richtingen op dezelfde manier als rimpelingen op water verschijnen wanneer er een steen in wordt gegooid. De energie reist door het omringende materiaal in seismische golven en deze golven kunnen door vaste, vloeibare en gasvormige stoffen reizen, waardoor ze trillen en trillen als ze passeren. Uiteindelijk bereiken deze golven het oppervlak of hypocenter, waar ze door mensen kunnen worden gevoeld. De ernst van de impact op het aardoppervlak hangt af van de aard van het materiaal waar de seismische golven doorheen reizen, de hoeveelheid ondergrondse beweging en de hoeveelheid potentiële energie die vrijkomt.