Inhoud
Een cellen rondom plasmamembraan fungeert als een barrière voor de meeste moleculen, met name die die gevaarlijk zijn voor het leven van de cel. Het membraan maakt doorgang van nuttige materialen door het diffusieproces mogelijk. De evolutie van cellulaire diffusie stelt cellen in staat zichzelf af te zetten en op een differentiële manier te communiceren met hun directe omgeving.
Belang
Om de dagelijkse activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren, moeten alle cellen essentiële ionen en kleine moleculen overbrengen via semi-permeabele plasmamembranen. Ionen zijn atomen of moleculen met een netto positieve of negatieve lading. Om aan de levensbehoeften te voldoen, wisselen cellen gassen uit, zoals zuurstof en koolstofdioxide; gescheiden afvalproducten; en neem deeltjes voedsel, water en mineralen op. De uitwisseling vindt plaats tussen de binnencel en de omringende extracellulaire vloeistof.
Cellulaire membranen
Levende cellen hebben een membraan ontwikkeld om af te schermen en zijn inwendige organische chemicaliën te bevatten, terwijl selectief alleen essentiële atomen en eenvoudige verbindingen heen en weer kunnen kruisen. Volgens het standaard lipidebilaagmodel zijn de vetzuren genaamd fosfolipiden en glycolipiden de belangrijkste componenten van cellulaire membranen. Andere elementen van de membranen zijn cholesterol, eiwitten en koolhydraten. De lipide dubbellaag is ondoordringbaar voor de meeste kationen of negatieve ionen en anionen of positieve ionen.
verspreiding
Diffusie is een proces waarbij moleculen en ionen op natuurlijke wijze van een intracellulair gebied met hoge concentratie naar een gebied met lagere concentratie bewegen, of omgekeerd. Diffusie vindt spontaan plaats zonder de consumptie van energie door de cel in een procedure die bekend staat als passief transport. De moleculen migreren over de gradiënt van de cellulaire concentratie totdat een evenwichtstoestand is bereikt. Osmose is een type diffusie waarbij water de cel in en uit gaat.
Actief transport
Cellen verbruiken energie om moleculen actief tegen de relatieve concentratiegradiënt te transporteren. Actief transport, of gefaciliteerde diffusie, dwingt ionen en moleculen door het celmembraan. Het nucleotide adenosine trifosfaat, of ATP, is de standaard energievaluta van de cellen die het proces mogelijk maakt. Nucleotiden zijn een soort nucleïnezuur. Grote, complexe, niet-lipide oplosbare moleculen, zoals glucosesuikers en eiwitten, worden verplaatst door actieve transportsystemen. De systemen handhaven het osmotische evenwicht en voorkomen dat de cel explodeert door te veel water op te nemen.