Inhoud
Methaan, het hoofdbestanddeel van aardgas, is een niet-polair molecuul. Daarin omringen vier waterstofatomen een enkele koolstof in een driedimensionale opstelling in de vorm van een vierzijdige piramide. De symmetrie van de waterstoffen op de hoeken van de piramide verdeelt gelijkmatig de elektrische lading op het molecuul, waardoor het niet-polair is.
Polaire versus niet-polaire moleculen
Moleculen kunnen worden geclassificeerd als polair of niet-polair. Op een polair molecuul heeft een zijde of gebied een meer negatieve elektrische lading, waardoor de andere zijde positief is. Daarentegen heeft een niet-polair molecuul een redelijk uniforme lading op zijn buitenoppervlak, waardoor geen enkele zijde negatiever of positiever is dan een andere. Zowel de vorm van het molecuul als het type bindingen tussen atomen bepalen of het polair is of niet.
Effecten van polariteit
Op een polair molecuul trekt de positieve kant de negatieve kant van een aangrenzend molecuul aan, zodat polaire moleculen in kleine groepen samenklonteren. Water, een polair molecuul, vormt bijvoorbeeld sneeuwvlokkristallen wanneer het vriest. Polaire moleculen absorberen ook microgolfstraling. Daarom kun je water in een magnetron verwarmen, terwijl niet-polaire moleculen zoals methaan doorgaans transparant zijn voor magnetrons.