Inhoud
De stroom van elektriciteit langs een draad is eigenlijk een stroom van elektronen. Deze stroom is de stroom en wordt gemeten in ampères of ampères. Voor degenen die van precisie houden, is een ampère de stroom van precies 6.241.509.479.607.717.888 elektronen per seconde. Terwijl elektriciteit door een geleider stroomt, moet deze "werken" om weerstand te overwinnen, en dit verandert de stroom. Het meten van de stroom is dus een handig diagnostisch hulpmiddel. Stroom meten is een basisprocedure die geen voorafgaande elektrische kennis vereist. Een ampèremeter of digitale multimeter is vereist.
Schakel de elektriciteit uit, stel de multimeter in om volt te testen en controleer het circuit. Ga alleen door als u zeker weet dat er geen stroom in het circuit zit.
Verbreek het circuit op het punt waar de huidige test zal plaatsvinden; ontkoppel bijvoorbeeld een draadverbinding of ontkoppel de voedingsdraad van een aansluitdoos.
Stel de multimeter in op wisselstroom of gelijkstroom, afhankelijk van het type circuit. Systemen op batterijen zijn gelijkstroom en elektriciteitsnetten op netvoeding zijn wisselstroom. Als de meter een automatische bereikinstelling heeft, selecteert u deze; selecteer anders het hoogst beschikbare stroombereik.
Verbind de twee testsondes met de uiteinden van de gebroken draad. Polariteit is niet belangrijk, maar goede verbindingen zijn essentieel. Losse contacten kunnen foutieve metingen veroorzaken.
Controleer de meterinstellingen en de sondeposities en schakel vervolgens de stroomtoevoer in. Lees de huidige waarde van het multimeter digitale display. Nadat u de waarde hebt vastgelegd, schakelt u de voeding uit, koppelt u de meter los en sluit u de gebroken draad opnieuw aan.