Inhoud
Je kunt de meeste satellieten in de ruimte beschouwen, maar in termen van de aardatmosfeer bezetten ze regio's die de thermosfeer en de exosfeer worden genoemd. De laag waardoor een satelliet draait, hangt af van de functie van de satelliet en het soort baan dat hij heeft. Sinds de lancering van Spoetnik in de jaren vijftig hebben ruimtevaartlanden duizenden satellieten in een baan om de aarde en zelfs andere planeten geplaatst. Ze dienen voor veel verschillende doeleinden, van complexe ruimtestations zoals het internationale ruimtestation tot het Global Positioning System dat je helpt de weg naar huis te vinden.
Thermosfeer: hoge temperaturen
De thermosfeer is een regio met een zeer hoge temperatuur die zich uitstrekt van de bovenkant van de mesosfeer op ongeveer 85 kilometer (53 mijl) tot 640 kilometer (400 mijl) boven het aardoppervlak. Het wordt de thermosfeer genoemd omdat de temperatuur kan oplopen tot 1500 graden Celsius (2.732 graden Fahrenheit). Ondanks de hoge temperaturen is de druk echter erg laag, waardoor satellieten geen hitteschade oplopen.
Exosphere: Verste bereik
Boven de thermosfeer bevindt zich een laatste laag genaamd de exosfeer, die zich tot 10.000 kilometer (6.200 mijl) boven de aarde uitstrekt, afhankelijk van hoe deze is gedefinieerd. Sommige definities van de exosfeer omvatten alle ruimte tot het punt waar atomen worden weggegooid door zonnewind. Er bestaat geen duidelijke bovengrens omdat de exosfeer geen druk heeft en moleculen hier vrij rondzweven. Uiteindelijk maakt de exosfeer plaats voor ruimte buiten de invloed van de aarde.
Lage aarde baan
De satellieten met de laagste baan bezetten Low Earth Orbit, of LEO, die elke baan onder de 2.000 kilometer (1.243 mijl) omvat. Satellieten op deze hoogte omcirkelen de aarde zeer snel en hun banen worden sneller afgebroken, wat betekent dat ze uiteindelijk terugvallen op de aarde als ze niet worden bijgehouden door stuwraketten. Het internationale ruimtestation IS in LEO en de meeste satellieten in LEO vliegen door de thermosfeer, hoewel die op de bovenste limiet van LEO de exosfeer bereiken. Wetenschappelijke onderzoekssatellieten worden meestal in LEO geplaatst, zodat ze activiteiten op aarde beter kunnen volgen.
Mid en High Earth Orbit
Satellieten boven LEO cirkelen allemaal door de exosfeer en kunnen hun banen tientallen jaren behouden zonder aanpassing. Weer- en communicatiesatellieten bezetten hogere banen omdat ze langer zicht op een bepaald deel van de planeet nodig hebben om uitzendingen te dragen of gegevens op te nemen. Aan de top van High Earth Orbit bevindt zich een geosynchrone baan. Elke satelliet hier zal een omlooptijd hebben die hetzelfde is als die van de aarde. Een speciaal type geosynchrone baan is de geostationaire baan, die langs de evenaar loopt. Dit houdt de satelliet gedurende de hele baan op hetzelfde punt in de lucht.