Inhoud
Verwering is een fysisch en chemisch proces dat ervoor zorgt dat stenen en mineralen op het aardoppervlak afbreken en ontleden. Terwijl gesteenten uitzetten en samentrekken, creëert de hitte een fysiek verweringsproces waarbij het gesteente in fragmenten uiteenvalt. Het draagt ook bij aan chemische verwering wanneer vocht of zuurstof in de atmosfeer de chemische samenstelling van rotsmineralen verandert.
Thermische spanning
Rotsen reageren op temperatuurveranderingen gedurende de dag of tussen seizoenen door uit te breiden of samen te trekken. Het is een langdurig maar merkbaar effect in dorre of woestijngebieden zoals de Mojave-woestijn. Maar rotsen zijn slechte warmtegeleiders, dus de temperatuureffecten zijn beperkt tot de buitenste paar centimeter van hun oppervlakken, terwijl het interieur koel blijft. De cyclus van verwarmen en koelen creëert een ophoping van spanningen die thermische vermoeidheid worden genoemd en die het rotsoppervlak fragmenteren. Bosbranden die kunnen branden bij temperaturen van 800 graden Celsius (1.472 graden Fahrenheit) hebben hetzelfde effect - thermische schok genoemd - gedurende een korte periode en breken het rotsoppervlak.
Korrelige uitsplitsing
De reactie van een rots op warmte creëert een thermische spanning tussen minerale kristallen. Rotsen zijn opgebouwd uit mineralen met verschillende thermische eigenschappen. Silicaatverbindingen zoals kwarts en veldspaat vormen 75 procent van de samenstelling van graniet, maar kwarts zet meer uit dan veldspaat bij verhitting. Mineralen zetten uit in voorkeursrichtingen afhankelijk van de kristallijne vorm. De spanningen tussen minerale korrels groeien uit tot scheuren die afzonderlijke korrels uit elkaar trekken in een proces dat korrelige disaggregatie wordt genoemd.
Chemische verwering
Warmte versnelt chemische verwering. Mineralen kunnen reageren met zuurstof in de atmosfeer of water uit regen - zelfs af en toe regen in droge gebieden - om hun chemische samenstelling te veranderen. Metalen silicaatmineralen, zoals ijzerbevattende olivine, oxideren tot hematiet, een rood gekleurd ijzeroxide dat rotsen bedekt en in woestijnzanden aanwezig is als lateritische grond. Bij voortdurende hitte en vocht hydrateert hematiet tot een geel gekleurd ijzeroxide, limoniet.
afschilfering
De combinatie van fysische en chemische verwering veroorzaakt of vergemakkelijkt door hitte resulteert in lagen van rots die op het oppervlak wegpellen op de manier van een uienvel. Dit wordt op grote schaal gezien als afschilfering en komt ook voor op het oppervlak van afzonderlijke keien en kiezels wanneer lagen rots zich splitsen. Deze kleinschalige afschilfering is bolvormig verwering.