Oplosbaarheid is een term die beschrijft hoe goed een stof oplost in een andere stof. De stof die wordt opgelost, wordt de "opgeloste stof" genoemd, terwijl de stof die helpt bij het oplossen van de opgeloste stof het "oplosmiddel" wordt genoemd. Suiker zal bijvoorbeeld oplossen in heet water; daarom is suiker de opgeloste stof en water is het oplosmiddel. Oplosbaarheidspercentage is het percentage opgeloste stof dat in het oplosmiddel is opgelost, en het is een eenvoudige berekening als u een rekenmachine hebt.
Schrijf op hoeveel van een opgeloste stof je in een oplosmiddel gaat oplossen. Als voorbeeld ga je 10 gram keukenzout oplossen.
Noteer hoeveel oplosmiddel u gaat gebruiken om de opgeloste stof op te lossen. Als voorbeeld ga je 60 gram warm water gebruiken.
Deel de opgeloste figuur door de oplosbare figuur. In het voorbeeld deelt u 10 door 60 en krijgt u een resultaat van ongeveer 0,167.
Vermenigvuldig het resultaat van stap 3 met 100 om het oplosbaarheidspercentage te bepalen. In het voorbeeld vermenigvuldigt u 0.167 met 100 en krijgt u 16,7. Bij het oplossen van zout heeft het water een oplosbaarheidspercentage van 16,7%.