Inhoud
Ontbossing, de uitputting van bossen en andere wilde flora in bossen, heeft aanzienlijke effecten op het weer. Deze variëren van lokale verstoringen tot bijdragen aan wereldwijde klimaatverandering. Ontbossing verwijdert het vermogen van het bos om koolstof vast te leggen, zonlicht te absorberen, water te verwerken en de wind te blokkeren.
Kooldioxide
Alle planten nemen koolstofdioxide op en geven zuurstof af als onderdeel van natuurlijke metabole processen. Bossen zijn geen uitzondering en de bomen en andere planten in een bos kunnen koolstofdioxide opnemen en opslaan, een proces dat koolstofvastlegging wordt genoemd. Ontbossing maakt beide koolstofdioxide vrij van de gekapte planten en verwijdert het vermogen van het bos om koolstof vast te leggen. De Amerikaanse Forest Service schat dat bossen 16 procent van de Amerikaanse koolstofemissies compenseren.
Zonlicht reflectie
Het aardoppervlak reflecteert en absorbeert verschillende verhoudingen van het zonlicht dat het ontvangt, afhankelijk van het materiaal. Bossen absorberen meer zonlicht dan vlaktes. Zonlicht dat niet wordt geabsorbeerd, wordt teruggekaatst in de atmosfeer. Ontbossing zorgt ervoor dat land meer zonlicht weerkaatst, waardoor de luchtstromen erboven veranderen en de variantie van lokale temperaturen toeneemt, die gevoeliger worden voor veranderingen in zonlicht. Op de hogere breedtegraden kan ontbossing zelfs leiden tot oppervlaktekoeling, omdat het verwijderen van bossen de sterk reflecterende sneeuw onder de zon blootstelt.
Evapotranspiratiecycli
Het plantenleven trekt water uit de grond. Dit water reist de wortels op en gaat naar de bladeren, waar het door de stoma verdampt. Dit proces wordt evapotranspiratie genoemd - planten brengen grondwater in de atmosfeer en brengen vocht naar de lokale omgeving. Ontbossing beëindigt dit proces, waarbij het grondwater in de grond wordt opgesloten en de bron van luchtvochtigheid wordt afgesneden. Het netto resultaat is dat de lokale omgeving droger wordt.
Wind effecten
Bossen fungeren als barrières die windbewegingen vertragen, vanwege de wrijving tussen de bewegende lucht en de bossen met meerdere lagen planten. Tegelijkertijd voert de wind door een bos de warme, vochtige lucht naar andere delen van de wereld. Ontbossing verwijdert het vermogen van bossen om te werken als een barrière voor de wind, wat leidt tot hogere lokale windsnelheden en het afsnijden van de circulatie van warmte en vocht.