Inhoud
Glucose is een zes-koolstof suiker die direct door cellen wordt gemetaboliseerd om energie te leveren. De cellen langs je dunne darm absorberen glucose samen met andere voedingsstoffen uit het voedsel dat je eet. Een glucosemolecuul is te groot om via een eenvoudige diffusie door een celmembraan te gaan. In plaats daarvan helpen cellen glucosediffusie door gefaciliteerde diffusie en twee soorten actief transport.
Celmembraan
Een celmembraan bestaat uit twee fosfolipidelagen waarin elk molecuul een enkele fosfaatkop en twee lipide- of vetzuurstaarten bevat. De koppen liggen langs de binnen- en buitengrenzen van het celmembraan, terwijl de staarten de tussenruimte innemen. Alleen kleine, niet-polaire moleculen kunnen door het membraan passeren door eenvoudige diffusie. De lipidestaarten wijzen polaire of gedeeltelijk geladen moleculen af, die veel in water oplosbare stoffen zoals glucose bevatten. Het celmembraan is echter doorspekt met transmembraaneiwitten die doorgang bieden aan moleculen die de staarten anders zouden blokkeren.
Gefaciliteerde diffusie
Facilitated diffusion is een passief transportmechanisme waarbij dragereiwitten moleculen over het celmembraan verplaatsen zonder de energievoorziening van de cel te gebruiken. In plaats daarvan wordt de energie geleverd door de concentratiegradiënt, wat betekent dat moleculen van hogere naar lagere concentraties worden getransporteerd, in of uit de cel. De dragereiwitten binden aan glucose, waardoor ze van vorm veranderen en de glucose van de ene kant van het membraan naar de andere verplaatsen. Rode bloedcellen gebruiken gefaciliteerde diffusie om glucose te absorberen.
Primair actief transport
De cellen langs de dunne darm gebruiken primair actief transport om ervoor te zorgen dat glucose slechts op één manier stroomt: van verteerd voedsel naar de binnenkant van cellen. Actieve transporteiwitten gebruiken adenosinetrifosfaat (ATP), het energieopslagmolecuul van de cel, om glucose in de cel te pompen, met of tegen de concentratiegradiënt. De transporteiwitten staan bekend als ATPase-enzymen omdat ze een fosfaatgroep kunnen vrijmaken van ATP en de resulterende energie gebruiken om te werken. Actief transport zorgt ervoor dat glucose niet uit dunne darmcellen lekt tijdens perioden van glucosehongering.
Secundair actief transport
Secundair actief transport is een andere methode waarmee cellen glucose importeren. Bij deze methode importeert een transmembraan-eiwit dat bekend staat als een symporter twee natriumionen voor elk glucosemolecuul dat het importeert. De methode gebruikt geen ATP, maar vertrouwt in plaats daarvan op de hogere concentratiegradiënt van natrium buiten de cel ten opzichte van het celbinnenland. De positief geladen natriumionen leveren elektrochemische energie om glucose te importeren met of tegen de glucoseconcentratiegradiënt. Secundair actief transport wordt gebruikt door cellen in de dunne darm, het hart, de hersenen, de nieren en bepaalde andere organen.