De machten van getallen worden ook exponenten genoemd. Een getal, X, voor de macht van 2 wordt ook X-kwadraat genoemd. Het getal X tot de macht van 3 wordt X-kubus genoemd. X wordt het basisnummer genoemd. Het berekenen van een exponent is net zo eenvoudig als het basisnummer zelf vermenigvuldigen.
Leer werken met positieve exponenten en positieve basisaantallen. De exponent vertelt u hoe vaak u het getal zelf moet vermenigvuldigen. Bijvoorbeeld drie tot de macht van vier, of 34, zal zijn:
3 x 3 x 3 x 3 = 9 x 9 = 81
Bereken een negatieve exponent met behulp van inversie. Wanneer de exponent een negatief getal is, gebruikt u het omgekeerde van het getal. Drie tot de macht van negatieve vier, of 3 ^ -4, is bijvoorbeeld gelijk aan één over drie tot de macht van positieve vier (1/34) of 1/3 x 3 x 3 x 3 of 1/81.
Wees voorzichtig bij het berekenen van een negatief basisnummer. Wanneer het basisnummer negatief is, moet u de regels volgen voor het vermenigvuldigen van negatieve getallen. Dit betekent dat als het basisnummer even is, het antwoord positief is en als de basis een oneven getal is, het antwoord negatief zal zijn. Bijvoorbeeld, negatief 2 tot de macht van 2, of -22 is:
-2 x -2 = 4
Maar negatief 2 op de kracht van 3 is:
-2 x -2 x -2 = 4 x -2 = -8
Het aantal tot de macht van 0 is per definitie altijd gelijk aan 1.