Inhoud
Osmolariteit is de maat voor de concentratie van een opgeloste stof in een oplossing. Het is specifiek een maat voor het aantal mol opgeloste deeltjes in een gegeven volume oplossing en is vergelijkbaar met molariteit, die het aantal mol opgeloste stof in een bepaald volume oplossing meet. Osmolariteit kan worden berekend uit de osmotische coëfficiënt, het aantal deeltjes waarin de opgeloste stof dissocieert, en de molariteit van de opgeloste stof.
De stappen
Beschrijf het verschil tussen osmolariteit en molariteit. Dit onderscheid is te wijten aan het feit dat sommige opgeloste stoffen dissociëren wanneer ze oplossen, terwijl anderen dat niet doen. Tafelzout (NaCl) dissocieert bijvoorbeeld in zijn componentionen (Na + en Cl-) wanneer het oplost. Aan de andere kant dissocieert glucose niet in kleinere deeltjes wanneer het oplost.
Definieer de eenheden van osmolariteit. Osmolariteit wordt gemeten in osmol opgeloste stof per liter oplossing (osmol / L). Een osmol kan informeel worden beschreven als het aantal mol opgeloste componenten in een oplossing.
Beschrijf de osmotische coëfficiënt. Deze waarde is de afwijking van een testoplossing van de ideale oplossing. De volledige berekening van de osmotische coëfficiënt is complex, maar het is de mate van dissociatie van de opgeloste stof voor eenvoudige gevallen. De osmotische coëfficiënt zal daarom in deze gevallen een bereik van 0 tot 1 hebben, zodat de osmotische coëfficiënt 1 zal zijn wanneer de opgeloste stof volledig is opgelost.
Bereken de osmolariteit op basis van waargenomen waarden. De osmolariteit van een oplossing kan worden gegeven als de som van (yi) (ni) (Ci), waarbij yi de osmotische coëfficiënt is van opgeloste i, n is het aantal deeltjes waarin opgeloste i dissocieert en Ci is de molariteit van opgeloste stof ik.
Meet osmolariteit rechtstreeks met een osmometer. Deze apparaten meten de osmolariteit van specifieke deeltjes, zoals die die de dampdruk van een oplossing verlagen of het vriespunt van een oplossing verlagen.