De spanning van een batterij vertegenwoordigt de kracht waardoor elektronen door een stroom in een elektrisch circuit stromen. Het meet potentiële energie, de hoeveelheid beschikbare energie om elektronen van het ene punt naar het andere in het circuit te verplaatsen. De feitelijke stroom van de elektronen door het circuit kan worden belemmerd door een tegengestelde kracht die weerstand wordt genoemd. Om de hoeveelheid spanning te berekenen die een batterij kan leveren, is een wiskundige formule voldoende.
Schrijf de formule uit om de hoeveelheid spanning in een circuit te berekenen. De aanwezige spanning is gelijk aan de hoeveelheid weerstand maal de stroom. De formule is: Spanning (E) = Stroom (I) x Weerstand (R) of E = IR.
Vervang de waarden voor de stroom en weerstand voor de variabelen in de vergelijking. Stroom wordt gemeten in ampères en weerstand wordt gemeten in ohm. Als de stroom bijvoorbeeld 6 ampère was en de weerstand 3 ohm, zou de vergelijking zijn:
E = (3) (6).
Los de vergelijking op voor de hoeveelheid spanning, E. Als de weerstand 3 ohm was en de stroom 6 ampère, zou de spanning die door de batterij in dit circuit wordt geleverd 18 volt zijn.