Inhoud
Kikkers en een aantal andere dieren hebben een ongebruikelijke stap in hun voortplantingscyclus: vrouwelijke eitjes worden extern bevrucht door het mannelijke sperma, dat wil zeggen in de omgeving in plaats van in het lichaam van de dieren. Externe bemesting lijkt misschien een onpersoonlijke mijt, maar het heeft verschillende voordelen en risico's. Het is gedragsmatig eenvoudig maar in een veranderlijke omgeving is het succespercentage van bemesting niet erg hoog.
Aantal gameten
Soorten die interne reproductie gebruiken, produceren relatief weinig gameten. Omdat de man sperma rechtstreeks in het lichaam van de vrouw afzet, zijn minder gameten nodig. Externe bemesting vereist dat de mannelijke en vrouwelijke dieren grotere aantallen gameten produceren. Mannetjes moeten een groot aantal sperma produceren om ervoor te zorgen dat ze door het lichaam van water reizen om een ei te ontmoeten. Vrouwtjes moeten ook tientallen of honderden eieren afzetten om reproductief succes te garanderen. Het produceren van een grote hoeveelheid gameten vereist extra energie, wat nadelig kan zijn voor een dier. Het grote aantal gameten kan echter resulteren in een grote generatie nakomelingen, waardoor de kans van een organisme om zijn genen door te geven, wordt verbeterd.
Milieu
Externe bemestingsstrategieën vereisen een waterlichaam om succesvol te zijn. Sperma heeft kleine staarten die ze door water stuwen; ze zouden op het land sterven. Hoewel het afzetten van gameten in water geen probleem vormt voor vissen, ongewervelde waterdieren en andere dieren die in het water leven, kan het een nadeel zijn voor andere soorten. Amfibieën en wezens die op het land wonen, moeten terugkeren naar water om hun gameten te deponeren.
Succes van bevruchting
De nabijheid van ei en sperma bij interne bevruchting verhoogt de kans op een succesvolle reproductieve cyclus. Bij externe voortplanting verspreiden dieren hun gameten door een watermassa. Deze verspreiding vermindert de kans dat een sperma een ei zal vinden. Veel sperma en eieren sterven voordat ze worden bevrucht. Het lage succespercentage van externe bemesting geeft dieren een reproductief nadeel ten opzichte van interne bemesting.
Dierengedrag
Externe bemestingsstrategieën zijn gedragsmatig eenvoudiger dan interne bemesting. Een man en een vrouw kunnen hun gameten op een iets andere tijd of plaats neerleggen zonder hun voortplantingssucces in gevaar te brengen. Dieren die een interne bemestingsstrategie gebruiken, vertrouwen daarentegen op hormonen, paringsrituelen en gedragsfactoren om ervoor te zorgen dat de man en de vrouw geslachtsgemeenschap hebben. De externe bemestingsstrategie vereist deze aanpassingen niet, waardoor het een eenvoudiger reproductieve strategie is.