Inhoud
Exponenten laten zien hoe vaak een getal met zichzelf wordt vermenigvuldigd. Bijvoorbeeld, 2 ^ 3 (uitgesproken als "twee tot de derde macht", "twee tot de derde" of "twee in blokjes") betekent 2 maal 3 maal vermenigvuldigd. Het nummer 2 is de basis en 3 is de exponent. Een andere manier om 2 ^ 3 te schrijven is 2_2_2. De regels voor het toevoegen en vermenigvuldigen van termen die exponenten bevatten, zijn niet moeilijk, maar kunnen in eerste instantie contra-intuïtief lijken. Bestudeer voorbeelden en doe wat oefenproblemen, en je zult het snel onder de knie krijgen.
Exponenten toevoegen
Controleer de voorwaarden die u wilt toevoegen om te zien of ze dezelfde bases en exponenten hebben. In de uitdrukking 3 ^ 2 + 3 ^ 2 hebben de twee termen bijvoorbeeld beide een basis van 3 en een exponent van 2. In de uitdrukking 3 ^ 4 + 3 ^ 5 hebben de termen dezelfde basis maar verschillende exponenten. In de uitdrukking 2 ^ 3 + 4 ^ 3 hebben de termen verschillende bases maar dezelfde exponenten.
Voeg termen alleen samen toe als de bases en exponenten beide hetzelfde zijn. U kunt bijvoorbeeld y ^ 2 + y ^ 2 toevoegen, omdat ze beide een basis van y en een exponent van 2 hebben. Het antwoord is 2y ^ 2, omdat u de term y ^ 2 twee keer gebruikt.
Bereken elke term afzonderlijk wanneer de bases, de exponenten of beide verschillend zijn. Als u bijvoorbeeld 3 ^ 2 + 4 ^ 3 wilt berekenen, moet u eerst uitzoeken dat 3 ^ 2 gelijk is aan 9. Vervolgens moet u uitzoeken dat 4 ^ 3 gelijk is aan 64. Nadat u elke term afzonderlijk hebt berekend, kunt u ze bij elkaar optellen: 9 + 64 = 73.
Exponenten vermenigvuldigen
Controleer of de termen die u wilt vermenigvuldigen dezelfde basis hebben. U kunt termen alleen met exponenten vermenigvuldigen als de bases hetzelfde zijn.
Vermenigvuldig de voorwaarden door de exponenten toe te voegen. Bijvoorbeeld 2 ^ 3 * 2 ^ 4 = 2 ^ (3 + 4) = 2 ^ 7. De algemene regel is x ^ a * x ^ b = x ^ (a + b).
Bereken elke term afzonderlijk als de bases in de voorwaarden niet hetzelfde zijn. Om bijvoorbeeld 2 ^ 2 * 3 ^ 2 te berekenen, moet u eerst die 2 ^ 2 = 4 en die 3 ^ 2 = 9 berekenen. Alleen dan kunt u de getallen vermenigvuldigen om 4 * 9 = 36 te krijgen.