Inhoud
Stel je een woestijn voor in je hoofd en je zult je waarschijnlijk een heet, droog landschap voorstellen met intens zonlicht. Hier heb je veel van de belangrijkste abiotische factoren die het woestijnecosysteem beïnvloeden. Daarnaast is het type grond ook een belangrijke factor; zanderige woestijnen komen veel voor, maar er zijn ook andere grondsoorten.
Weinig regenval
Beperkt water is een bepalend kenmerk van woestijnecosystemen en hun meest ingrijpende milieubeperkingen. Meestal ontvangen woestijnen minder dan 508 millimeter (20 inch) regen per jaar. Dit betekent dat dieren en planten die in de woestijn willen overleven, gedurende langere tijd met weinig water moeten kunnen leven. Cactussen zijn bijvoorbeeld geëvolueerd om water in hun stengels op te slaan om ze door droge spreuken te helpen.
Temperatuur
Woestijnen ondergaan meestal enorme temperatuurschommelingen gedurende een periode van 24 uur. Omdat er weinig vocht is, missen woestijnen de isolerende bescherming van zowel vocht als bewolking. Een woestijn die overdag heet is, kan 's nachts tot ver onder nul graden dalen, zodra de hitte van de zon is verdwenen. Organismen die zich niet goed kunnen aanpassen aan snelle temperatuurschommelingen hebben moeite met overleven in de woestijn.
Bodem
Het type grond in een ecosysteem bepaalt welke planten kunnen groeien, wat op zijn beurt bepaalt welke dieren kunnen overleven. Woestijngrondtypen variëren sterk, en beïnvloeden zowel de drainage als de verdamping van een bepaalde locatie. Water kan diep sijpelen in zandig of grindachtig substraat, maar dringt nauwelijks door in gepakte klei of blootliggend gesteente. Afhankelijk van het substraat en de intensiteit van neerslag of stroming, kan regenval of afvoer snel in woestijngrond zinken of plotselinge overstromingen vormen die aanzienlijke erosie veroorzaken.
Licht
Woestijnzonlicht kan intens zijn dankzij de heersende wolkenvrije omstandigheden en, in de subtropen, de positie van de zon. Kale flats zoals kiezelstenen in de woestijn of "reg" kunnen verblindend helder zijn. In andere woestijnlandschappen zorgen meer gecompliceerd terrein, zoals zandduinen en bergketens, of meer substantiële plantbedekking, zoals bossen met cactussen ter grootte van een boom, voor complexere patronen van licht en schaduw. De mate en intensiteit van zonlicht op een bepaalde plek helpt het microklimaat vorm te geven en beïnvloedt dus diep planten en dieren.