Lijst en beschrijf de vier belangrijkste klassen van moleculen

Posted on
Schrijver: Lewis Jackson
Datum Van Creatie: 7 Kunnen 2021
Updatedatum: 16 November 2024
Anonim
Biomolecules (Updated)
Video: Biomolecules (Updated)

Inhoud

Atomen zijn kleine, kleine bouwstenen. Wanneer je er twee of meer samenvoegt, krijg je een molecuul. Dat lijkt misschien ook niet erg groot, maar het is allemaal relatief. Sommige moleculen zijn 'macromoleculen'. Ze bestaan ​​uit duizenden atomen en zijn relatief groot. De vier hoofdklassen van moleculen in levende wezens zijn reuzen in de microscopische wereld. Koolhydraten, eiwitten, lipiden en nucleïnezuren hebben elk verschillende taken die ervoor zorgen dat organismen hun levensfuncties blijven vervullen.

Sta op en ga

Organismen gebruiken voornamelijk koolhydraten voor energie, maar gebruiken ze soms ook voor ondersteuning. Ze bestaan ​​uit verschillende combinaties van koolstof, waterstof en zuurstof. Eenvoudige suikers, zoals tafelsuiker en glucose, die de meeste cellen van energie voorzien, zijn één type koolhydraat. Als veel suikers aan elkaar worden geketend, worden zetmelen gevormd. Vanwege hun grote omvang dienen zetmelen als opslagfaciliteiten voor suiker. Sommige soorten zetmeel zijn stevig en ondersteunend. De zetmeelcellulose geeft planten stijfheid en voorkomt dat ze omvallen.

Stoer spul

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. De specifieke combinatie van aminozuren bepaalt het type eiwit. Er zijn twintig aminozuren, waarvan er tien door het menselijk lichaam kunnen worden gemaakt. Planten kunnen daarentegen alle 20 produceren. Eiwitten spelen vele rollen in organismen, waaronder het helpen van het immuunsysteem, het helpen van cellen communiceren, het versnellen van chemische reacties en het opbouwen van weefsel, zoals spieren.

Hellend vlak

Lipiden bestaan ​​meestal uit koolstof en waterstof. Lipiden die vetten en oliën zijn, worden voornamelijk gebruikt om energie op te slaan voor toekomstig gebruik. Fosfolipiden spelen een belangrijke rol bij het semi-permeabel maken van celmembranen, dus niet alles kan erin of eruit komen. Veel lipiden zijn "hydrofoob". Dit betekent niet dat ze bang zijn voor water; ze zullen er gewoon niet in oplossen. Deze functie maakt ze nuttig als waterbarrières in celmembranen. Steroïden, zoals cholesterol, zijn lipiden. Hoewel teveel cholesterol cellen beschadigt, is het nodig om dierlijke celmembranen te maken en is het van vitaal belang voor de hersenfunctie.

De code dragen

Nucleïnezuur komt in twee vormen: ribonucleïnezuur, RNA en deoxyribonucleïnezuur, van DNA. Samengesteld uit koolstof, waterstof, zuurstof, fosfor en stikstof, zijn ze van vitaal belang voor erfelijkheid. DNA slaat de genetische informatie van een organisme op, terwijl RNA het naar de plek brengt waar het nodig is. Hoewel DNA zeer herkenbaar is in zijn dubbele helixvorm - zoals een gedraaide ladder - is RNA slechts een enkele keten. Sommige RNA-moleculen zijn ribozymen, die de snelheid van chemische reacties in het lichaam versnellen. Met uitzondering van de rode bloedcellen van sommige zoogdieren, bevatten de cellen van alle organismen DNA en RNA.