Inhoud
De oostkust van de Verenigde Staten herbergt duizenden soorten weekdieren. Deze weekdieren hebben schelpen die vaak aanspoelen op stranden langs de Atlantische Oceaan. Hoewel een willekeurige groep schelpen een aantrekkelijke weergave is, kan je hobby interessanter worden als je de tijd neemt om de soorten schelpen in je verzameling te identificeren. De schelpen die je tegenkomt zijn waarschijnlijk afkomstig van enkele tientallen soorten. Als je echter door je schelpen sorteert en ze systematisch door het algemene type deelt, kun je wat schelpen tegenkomen die vrij ongebruikelijk zijn.
Noteer de locatie en het type kust waar een bepaalde shell werd gevonden. Merk op of het zandig, rotsachtig of kiezelsteen was en wat voor soort vegetatie, indien aanwezig, in het ondiepe water dichtbij de kust groeide.
Was je schelpen. Gebruik een zachte borstel om vuil te verwijderen. Stof en vuil kunnen de kenmerken van de zeeschelp verhullen. Natte schelpen tonen de kleuren die ze onder water hebben, wat kan helpen bij het vergelijken van uw Atlantische zeeschelpen met afbeeldingen in een schelpgids.
Bekijk de algemene vorm van elke shell en sorteer ze in groepen. Er zijn twee hoofdgroepen van weekdieren zonder dop: tweekleppigen en buikpotigen. Tweekleppigen hebben twee afgeronde secties samengevoegd met een scharnier, hoewel u de secties misschien afzonderlijk kunt vinden. Gemeenschappelijke tweekleppigen van de Atlantische kust zijn mosselen, kokkels, kokkels, oesters en sint-jakobsschelpen. Gastropoden hebben meestal opgerolde of conische schalen. Voorbeelden zijn wulken, maagdenpalm, limpets en pantoffelslakken.
Onderzoek de exacte vorm van elke schaal. Het kan slagtandvormig, kegelvormig of slakvormig zijn. De vorm moet de mogelijkheden beperken tot enkele families.
Meet de schaal. Hoewel de schelpen van weekdieren groeien naarmate de dieren groeien, heeft elke soort een maximale en minimale grootte. Het meten van de lengte en breedte elimineert soorten die te groot of te klein zijn.
Let op de kleuren, patronen en ures op je schelpen. Sommige soorten, zoals de angular goletrap, hebben zeer onderscheidende, sierlijke ribben. Anderen hebben knoppen, spikes of stoten. Gebruik een vergrootglas om de schaal van dichtbij te bekijken.
Vergelijk de kenmerken van uw shell met die in de zeeschelpgids om de mogelijkheden te beperken. Uw aantekeningen over locatie en habitat helpen ook bij het bepalen van de soort, omdat de meeste gidsen informatie bevatten over de omgeving waarin een soort het vaakst voorkomt.