Inhoud
De menselijke schedel is een complexe structuur waarin de hersenen zijn ondergebracht. Een volwassen schedel bestaat uit 22 botten; het kaakbot (onderkaak) is het enige bot in de schedel dat beweegt. De rest van de botten van de schedel zijn stevig met elkaar verbonden waardoor een solide skeletschaal ontstaat.
Structuur
De 22 botten van de menselijke schedel zijn verdeeld in schedelbeenderen en gezichtsbeenderen. Er zijn acht schedelbeenderen die de hersenen en sensorische organen beschermen. Het gezicht bestaat uit een raamwerk van 14 gezichtsbeenderen; de tanden worden in deze structuur ondersteund. De botten van de schedel en het gezicht ontwikkelen zich zodanig dat verschillende holtes worden gevormd. De schedelholte is de grootste holte van de schedel en herbergt de hersenen. De neusholte wordt gescheiden door het neustussenschot dat zowel bot als kraakbeen is. De gehoor- en evenwichtsorganen bevinden zich in de schedelholte, aangeduid als het binnenoor; deze kleine botten trillen, waardoor het gevoel van horen ontstaat. De mond wordt slechts gedeeltelijk gevormd door bot; de structuur omvat ook spieren, weefsel, kraakbeen en klieren. De oogbollen worden op hun plaats gehouden door de in elkaar grijpende gezichts- en schedelbotten.
Foetale ontwikkeling
Tijdens de ontwikkeling van de foetus wordt de schedel ontwikkeld met vezels die de schedelbotten verbinden. Een jaar na de geboorte verdwijnen deze vezels en smelten de schedelbotten samen. De buigzaamheid van de schedelbeenderen in de foetus laat het toe om veilig door het geboortekanaal te reizen. Openingen tussen de ontwikkeling van schedelbotten komen vaak voor in de beginfase van de ontwikkeling. Deze gaten worden bedekt door beschermende weefselmembranen.
Kinder ontwikkeling
Het plooibare hoofd waarmee het kind veilig door het geboortekanaal kon gaan, is ook verantwoordelijk voor de normale menselijke ontwikkeling tijdens de eerste 18 maanden van het leven van een kind. Gedurende deze periode groeien de hersenen snel en moet de schedel flexibel genoeg zijn om zich aan zijn groei aan te passen. De natuurlijke ontwikkeling van de schedel- en gezichtsbeenderen omvat veranderingen in de vorm van de schedel, die ook wordt opgevangen door het ontbreken van een permanent gefuseerde schedel. De permanente schedel is gefuseerd tussen de leeftijd van 20 maanden en twee jaar.
Namen van Skull Bones
De acht botten van de schedel zijn de occipitale, twee pariëtale, frontale, twee temporale, sferoïde en ethmoïde botten. De 14 botten van het gezicht, die de holtes van de mond en neus omringen en de holtes voor de ogen voltooien, zijn de twee nasale, twee superieure maxillaire, twee traanbuis, twee jygomatische (malar), twee gehemelte, twee inferieure turbinated, vomer en inferieure maxillaire.
Afwijkingen in ontwikkeling
De botten van de schedel veranderen dramatisch tijdens de ontwikkeling van een kind. Afwijkingen in dit veranderingsproces kunnen leiden tot een stoornis, waarbij hoofd- of gelaatsafwijkingen optreden. Dergelijke afwijkingen kunnen het fysieke uiterlijk, het gezichtsvermogen, de hersenfunctie en de ademhaling beïnvloeden.