Torens en antennes zijn vaak enkele van de hoogste structuren op het zichtbare landschap, vooral in landelijke gebieden. Het berekenen van de hoogte van deze torens en antennes is relatief eenvoudig met behulp van standaard goniometrische berekeningen als u uw afstand tot de toren of antenne kent en de hoek waarmee uw gezichtsvermogen een lijn vormt met de top van de toren, ten opzichte van de grond.
Meet uw afstand tot de basis van de antenne of toren met behulp van een meetlint. Over het algemeen geldt dat hoe verder u bent, hoe nauwkeuriger uw berekening zal zijn.
Meet de hoek van uw gezichtslijn naar de top van de toren ten opzichte van de grond. Om dit te doen, bindt u het ene uiteinde van de draad aan het midden van een gradenboog en het andere uiteinde aan een klein gewicht. Het gewicht wordt naar beneden getrokken door de zwaartekracht en staat daarom in een hoek van 90 graden met de grond. De toren of antenne die u probeert te meten, bevindt zich waarschijnlijk in dezelfde hoek van 90 graden, dus de reeks loopt parallel aan de toren.
Liggend op de grond zodat je gezichtslijn zo laag mogelijk bij de grond begint, houd je het nul-graden einde van de gradenboog naar je oog en richt je het 180-graden einde naar de top van de toren zodat als je kijken langs de platte onderkant van de gradenboog met de gebogen kant naar de grond gericht, je ziet de bovenkant van de toren nauwelijks over het uiteinde van de gradenboog.
Pak de draad vast zonder deze te verplaatsen naar de afgeronde rand van de gradenboog en noteer de hoekmeting op dit punt. Dit is de hoek van uw gezichtslijn met de grond.
Gebruik goniometrie om de hoogte van de toren te berekenen. De toren, de grond tussen jou en de toren en je zichtlijn naar de top van de toren vormen de drie zijden van een rechthoekige driehoek. Hierdoor kun je trigonometrie en een wetenschappelijke rekenmachine gebruiken om de hoogte van de toren te bepalen.
Vanaf stap 2 heb je de hoek gevormd door je gezichtslijn en de grond. Je hebt ook de afstand van jou tot de basis van de toren, de lengte van een van de driehoekenzijden.
Gebruik nu eenvoudig de wetenschappelijke rekenmachine om de raaklijn te vinden van de hoek die u in stap 2 hebt gevonden en vermenigvuldig dit getal met de afstand die u vanaf de toren staat. Dit geeft je een indirecte meting van de hoogte van de toren.