Inhoud
- Ontwikkeling van klassieke fysica
- Eerste wet: inertie
- Tweede wet: kracht en versnelling
- Derde wet: actie en reactie
Hockey spelen, autorijden en zelfs gewoon wandelen zijn allemaal voorbeelden van Newtons bewegingswetten. Samengesteld in 1687 door de Engelse wiskundige Isaac Newton, beschrijven de drie belangrijkste wetten krachten en beweging voor objecten op aarde en in het universum.
Ontwikkeling van klassieke fysica
Filosofen hebben de beweging van objecten sinds de oudheid bestudeerd. Na het observeren van de beweging van de zon, sterren en planeten, geloofden de Griekse filosoof Aristoteles en later Ptolemeus dat de aarde het middelpunt van het universum was. In de 16e eeuw in Europa daagde de Poolse wiskundige Nicolas Copernicus deze theorie uit door de zon in het midden van het zonnestelsel te plaatsen met planeten eromheen. De volgende eeuw beschreef de Duitse natuurkundige Johannes Kepler de elliptische banen van planeten, en de Italiaanse wiskundige en astronoom Galileo Galilei voerde experimenten uit om de bewegingen van projectielen te bestuderen. Isaac Newton bracht dit werk samen in een wiskundige analyse en introduceerde het concept van kracht en zijn drie bewegingswetten.
Eerste wet: inertie
Newtons eerste wet, ook wel de wet van de traagheid genoemd, stelt dat een object in rust blijft of in uniforme beweging blijft tenzij het wordt gedwongen te veranderen door de werking van een externe kracht. De neiging van het object om in rust te blijven of een constante snelheid te handhaven, wordt traagheid genoemd en zijn weerstand tegen afwijking van traagheid varieert met zijn massa. Het kost fysieke inspanning - een kracht - om traagheid te overwinnen voor een persoon om 's ochtends uit bed te komen. Een fiets of auto blijft in beweging, tenzij de bestuurder of bestuurder een wrijvingskracht door de remmen uitoefent om deze te stoppen. Een bestuurder of passagier in een rijdende auto die geen veiligheidsgordel draagt, wordt naar voren gegooid wanneer de auto plotseling stopt omdat hij in beweging blijft. Een vastgemaakte veiligheidsgordel zorgt voor een remmende kracht op de beweging van de passagier of de bestuurder.
Tweede wet: kracht en versnelling
De tweede wet van Newton definieert de relatie tussen de verandering in de snelheid van een bewegend object - de versnelling ervan - en de kracht die erop inwerkt. Deze kracht is gelijk aan de massa van het object vermenigvuldigd met zijn versnelling. Er is een kleinere extra kracht nodig om een klein jacht op zee voort te stuwen dan om een supertanker voort te stuwen, omdat de laatste een grotere massa heeft dan de eerste.
Derde wet: actie en reactie
De derde wet van Newton stelt dat er geen geïsoleerde krachten zijn. Voor elke bestaande kracht werkt er een van gelijke grootte en tegengestelde richting in: actie en reactie. Een op de grond gegooide bal oefent bijvoorbeeld een neerwaartse kracht uit; als reactie oefent de grond een opwaartse kracht op de bal uit en stuitert deze. Een persoon kan niet op de grond lopen zonder de wrijvingskracht van de grond. Wanneer hij een stap vooruit zet, oefent hij een achterwaartse kracht op de grond uit. De grond reageert door een wrijvingskracht in de tegenovergestelde richting uit te oefenen, waardoor de wandelaar vooruit kan gaan terwijl hij een verdere stap met zijn andere been zet.