Inhoud
Sommige sterren worden witte dwergen aan het einde van hun leven. Een ster in deze fase van zijn bestaan is superdense; het kan de massa van de zon hebben en toch slechts zo groot zijn als de aarde. Een van de eerste witte dwergsterren die ooit is waargenomen, is de metgezel van Sirius, in het sterrenbeeld Canis Major. De twee sterren, die een binair systeem vormen, staan bekend als Sirius A en Sirius B.
Vorming
In de loop van zijn leven verbrandt een ster zoals de zon uiteindelijk al zijn nucleaire brandstof, en als dit gebeurt, zorgt de zwaartekracht ervoor dat deze in elkaar zakt. Tegelijkertijd zetten de buitenste lagen ervan uit en wordt de ster een rode reus. De temperatuur in de kern van een ster in deze fase blijft hoog en de kern wordt superdense naarmate de zwaartekracht deze blijft samendrukken en de nucleaire processen helium in koolstof en zwaardere elementen beginnen om te zetten. De buitenste laag van de rode reus breidt zich uiteindelijk uit in een planetaire nevel en laat de hete, dichte kern achter, die een witte dwergster is.
Kenmerken
Tegen de tijd dat een rode reus een witte dwerg is geworden, is de fusie gestopt en heeft de ster niet genoeg energie om de zwaartekracht tegen te gaan. Bijgevolg wordt materie zo gecomprimeerd dat alle energieniveaus worden gevuld met elektronen, en kwantummechanische principes voorkomen dat het verder krimpt. Vanwege dit proces is er een limiet aan de massa witte dwerg: 1,4 keer de massa van de zon. De zwaartekracht van het oppervlak is 100.000 keer zo hoog als op aarde en de atmosfeer, meestal lichte gassen zoals waterstof en helium, wordt heel dicht bij het oppervlak getrokken.
Sirius B
Astronoom en wiskundige Friedrich Bessel veronderstelden het bestaan van Sirius B in 1844, gebaseerd op waarnemingen van de veel zichtbaardere Sirius A. Astronoom Alvan Clark was de eerste die het in 1862 zag. Waarnemen is moeilijk omdat het dichter bij Sirius A ligt dan bij Mercurius is voor de zon en zijn 8.200 zwakker dan de Sirius A. Met een diameter van slechts 0,008 die van de zon, is hij zelfs kleiner dan de aarde, maar zijn massa is 97,8 tot 103,4 procent die van de zon. Het is zo dicht dat 1 kubieke inch van zijn materiaal 13,6 ton (15 ton) op aarde zou wegen.
De helixnevel
Terwijl een rode reus brandt, wat overblijft van zijn brandstof en de kern blijft krimpen, wordt zijn zwaartekrachtsveld te zwak om de buitenste gaslagen vast te houden, en ze beginnen weg te drijven en vormen wat astronomen een planetaire nevel noemen. Een voorbeeld is de pittoreske Helixnevel, in de volksmond bekend als het Oog van God, in het sterrenbeeld Waterman. De witte dwerg in het midden van de nevel blijft grote hoeveelheden ultraviolette straling uitzenden, die de gassen in de nevel opwarmt en zijn karakteristieke kleuren geeft.