Inhoud
Landmeten voor een potentieel gebouw vereist het markeren van muur- en funderingsgrenzen door nauwkeurige hoekberekeningen. Veel landmeters gebruiken in feite theodolietelektronische apparaten voor het bekijken of waarnemen van een gebied. Deze apparaten bieden nauwkeurige hoekaflezingen voor het bepalen van structurele afmetingen en eigenschapsgrenzen. De theodoliet kan echter geen nauwkeurige meetwaarden bieden, tenzij deze periodiek wordt gekalibreerd, vooral als het werkterrein overmatige trillingen en wind van de machine vertoont.
Plaats de theodoliet op een grof waterpas statief. Controleer of de poten van de statieven stevig in de grond zijn gedrukt voor stabiliteit.
Breng de theodoliet waterpas met zijn stelschroeven door de waterpas van de basis te observeren. Zorg ervoor dat de bel perfect gecentreerd is in het zichtbare gebied.
Zet een doel op ongeveer 100 meter afstand. Het doelwit moet lijken op een plusteken of draadkruis.
Kijk door het oculair van de theodolieten. Lijn de interne dradenkruis van de theodlieten uit met de dradenkruizen van de doelen. Let op de verticale hoek die wordt weergegeven op het voorpaneel van de theodolieten.
Blijf in dezelfde positie staan. Draai de theodoliet om. Draai het oculair totdat de gebruiker het doel opnieuw kan zien zonder de positie te verplaatsen.
Herhaal stap 4. De verticale hoeken moeten exact overeenkomen. Als de verticale hoeken niet overeenkomen, reset u de elektronische parameters van de theodolieten met de resetknop, waardoor de theodoliet effectief wordt gekalibreerd naar nieuwe precieze waarden.
Herhaal stap 4 tot en met 6 voor de horizontale hoekkalibratie.
Test de theodoliet met een set bekende hoekwaarden, zoals bij de basislijn van een landmeter. De hoeken moeten overeenkomen met de bekende waarden.