Inhoud
Zure wasvezels en neutrale wasvezels zijn belangrijke metingen die worden gebruikt in voeder dat door dieren wordt geconsumeerd. De twee berekeningen zijn gebaseerd op de verteerbaarheid van plantaardig materiaal dat aanwezig is in voedsel voor dieren. Boeren gebruiken deze twee berekeningen om te bepalen hoeveel voedsel een dier nodig heeft en hoeveel energie het dier zal ontvangen van dat geconsumeerde voedsel.
hemicellulose
Het belangrijkste verschil tussen zure wasvezel en neutrale wasvezel is de opname van hemicellulose in de berekening van neutrale wasvezel. Beide berekeningen omvatten cellulose en lignine aanwezig in plantaardig materiaal. Hemicellulose, ook een koolhydraat dat aanwezig is in plantaardig materiaal, wordt in aanmerking genomen bij de berekening van neutrale reinigingsvezel. Dit kleine koolhydraat maakt het verschil in hoe de twee vezels worden aangebracht om te voeden.
Zure neutrale vezel
De zuurneutrale vezel wordt gebruikt om de energie te berekenen die wordt afgeleid van voer dat door het dier kan worden gebruikt. Deze berekeningen zijn erg belangrijk om te bepalen hoeveel voer aan een dier moet worden gegeven. Een rundkoe en een melkkoe hebben bijvoorbeeld enorm verschillende energiebehoeften. Een melkkoe heeft veel meer energie uit zijn voer nodig om aan de eisen van het produceren van melk te voldoen.
Neutrale wasmiddelvezels
Neutrale wasmiddelvezel wordt gebruikt om te berekenen hoeveel voedsel een dier kan bevatten. Er is een limiet aan hoeveel voedsel in een dier in één keer past. Een koe zal bijvoorbeeld eten totdat de eerste kamer van de maag, ook wel de pens genoemd, vol is. Zodra die kamer vol is, zal de koe niet meer eten totdat het voedsel naar de darm beweegt of wordt verteerd. Elk type voeder of vezel neemt verschillende hoeveelheden ruimte in beslag en verteren anders. De neutrale reinigingsvezel geeft informatie over de kwaliteit van het voer.
Zure en neutrale wasmiddelvezels kammen
De twee vezelberekeningen worden in combinatie met elkaar gebruikt om de hoeveelheid en energie te bepalen die in een voer aanwezig zullen zijn. Vezel met weinig cellulose, lignine en hemicellulose neemt doorgaans minder ruimte in de maag in en is in staat grotere hoeveelheden energie aan het dier te verschaffen. Vezels die veel van deze materialen bevatten, nemen meer ruimte in beslag en produceren minder energie voor het dier om te gebruiken.