Vergelijk bloeiende planten en coniferen

Posted on
Schrijver: Laura McKinney
Datum Van Creatie: 4 April 2021
Updatedatum: 19 November 2024
Anonim
Conifers, the non flowering plants
Video: Conifers, the non flowering plants

Inhoud

Coniferen en bloeiende planten zijn beide vaatplanten die structuren hebben gedefinieerd om water en voedingsstoffen door hun structuren te dragen. Beide plantentypes reproduceren zich ook door de productie van zaden, maar de manier waarop ze het doen is beslist anders.

coniferen

Coniferen zijn gynospermen, wat vertaald "naakt zaad" betekent. De geproduceerde zaden worden niet in een vrucht gehouden. Coniferen verschenen voor het eerst ongeveer 285 miljoen jaar geleden.

Bloeiende planten

Bloeiende planten zijn angiospermen, die eierstokken hebben die zich ontwikkelen tot fruit om de zaden te beschermen. Ze verschenen na de coniferen, ongeveer 135 miljoen jaar geleden.

Conifeer geslachtsorganen

Coniferen produceren kegels of strobili. Mannelijke kegels, die stuifmeel bevatten en vrouwelijke kegels, die de eieren bevatten, kunnen zich beide op een enkele boom vormen.

Bloeiende plant geslachtsorganen

Bloeiende planten hebben hun geslachtsorganen in hun bloesems. De mannelijke organen, de meeldraden, bestaan ​​uit de helmknoppen die het stuifmeel vasthouden en filamenten die de helmknoppen ondersteunen. De stamper is het vrouwelijke orgaan dat bestaat uit de eierstokken die de eitjes vasthouden, het stigma dat het stuifmeel vangt en de stijl die een buisachtige structuur is die naar de eierstokken leidt.

Bestuiving

Coniferen produceren miljoenen pollenkorrels, elk met kleine flappen die helpen bij de verspreiding van de wind. Hoewel sommige bloeiende planten, zoals grassen, afhankelijk zijn van de verspreiding van de wind, nodigen de meeste de hulp van insecten, vogels en dieren uit voor bestuiving. Dit kan door kleurrijke bloemen te tonen, zoete geuren te verspreiden en / of nectar voor hun helpers aan te bieden.

Bevruchting

Bevruchting vindt plaats wanneer het stuifmeel het ei ontmoet. In coniferen ontwikkelen de zaden zich in de vrouwelijke kegel. In bloeiende planten worden de eicellen bevrucht zodra het stuifmeel de eierstok bereikt. De bloemblaadjes vallen af ​​en er begint zich een vrucht te vormen rond de zich ontwikkelende zaden.