Inhoud
Vasculaire planten zijn planten die gespecialiseerd weefsel gebruiken om voedsel en water naar verschillende delen van de plant te transporteren. Voorbeelden van vaatplanten zijn bomen, bloemen, grassen en wijnstokken. Vasculaire planten hebben een wortelstelsel, een scheutsysteem en een vaatstelsel.
Wortels
Wortels zijn eenvoudige weefsels die zijn afgeleid van de stengel van de plant. Wortels verankeren de plant in de grond en transporteren mineralen en water in de plant.
Xylem
Het xyleem is weefsel dat water door de plant transporteert. Xyleemweefsel is stijf en kan worden bewaard in het fossielenbestand. Het kan overal in de plant worden gevonden, in de wortels, stengel en bladeren.
floëem
Het floëem is het transportsysteem voor plantenvoedsel. Ze brengen mineralen omhoog door de wortels en de bijproducten van fotosynthese naar beneden om ze door de plant te verplaatsen.
bladeren
Er zijn twee soorten bladeren voor vaatplanten: microphylls en megaphylls. Microphylls hebben één vaatstreng waar al het vaatweefsel parallel loopt in het blad. Een grassprietje of een dennennaald is een voorbeeld van een microphyll. Megaphylls hebben vertakt vaatweefsel in het blad. De aderen van een esdoornblad zijn een goed voorbeeld van een megaphyll.
Groei
De primaire groei van de plant vindt plaats aan de uiteinden van de wortels en de stengels, waardoor het vaatstelsel wordt verlengd. Secundaire groei verdikt de stengel en de wortels, waardoor ze breder worden. Secundair floëem en xyleem worden gevormd naarmate de plant breder wordt.