Vermogen is de snelheid waarmee wordt gewerkt. Een watt is een maat voor elektromechanisch vermogen gedefinieerd als één ampère, of ampère, stroom die door een circuit stroomt met een elektrisch verschil van één volt. Een versterker is een stroomsterkte gelijk aan 1 coulomb van lading die elke seconde door een punt in het circuit gaat. Voor de berekening van het wattage van een circuit moet u de stroomsterkte en spanning van het circuit kennen.
Bepaal de spanning van het circuit. Neem voor dit voorbeeld aan dat het circuit 110 volt heeft, de standaard huisspanning in de Verenigde Staten.
Bepaal de stroomsterkte in het circuit. Veronderstel voor dit voorbeeld dat het circuit een gloeilamp heeft die ongeveer 0,91 ampère trekt.
Vermenigvuldig het aantal ampères met het aantal volt om het aantal watt in het circuit te verkrijgen. De vergelijking W = A x V toont deze relatie waarbij W het wattage is, A de stroomsterkte is en V de spanning. Dit voorbeeld veronderstelt een spanning van 110 volt en een stroomsterkte van 0,91 ampère. De gloeilamp gebruikt daarom 110 x 0,91 = 100 watt.