Inhoud
De ceder is inheems in de Himalaya en landen rond de Middellandse Zee, maar kan worden gevonden in vele delen van de wereld met milde klimaten. Echte cederbomen hebben geen variëteiten die inheems zijn in de VS, maar mensen planten ze voor sierdoeleinden. Een ceder is een groenblijvende boom (wat betekent dat hij het hele jaar door bladeren heeft) met een onderscheidende, kruidige geur.
Cederboomsoorten
De cederfamilie van bomen (Cedrus geslacht) omvat vier soorten (Deodar ceder, Atlas ceder, Cyprus ceder en Libanon ceder) binnen de plantenfamilie Pinaceae. Dit zijn de enige echte ceders, maar veel andere bomen staan algemeen bekend als ceders, zoals de Atlantische witte ceder, de noordelijke witte ceder, de oosterse redcedar en de westerse redcedar. Wanneer ceder wordt gebruikt om inheemse bomen van de VS te beschrijven, verwijst dit naar een groep coniferen of "kegel-dragende" bomen die zeer geurig hout hebben. Dit zijn arborvitaes, of "valse" ceders.
Cederboomuiterlijk
De Libanonceder is een grote boom die tot 130 voet groeit. Het heeft een conische vorm wanneer het jong is, maar wanneer het volwassen is, heeft het een platte kroon en horizontale takken, waardoor een groot, gelaagd silhouet ontstaat. Het heeft grijsbruine bast en korte, donkergroene naalden. De Atlasceder is een middelgrote ceder en reikt tot 60 voet hoog. Wanneer het volgroeid is, is het een platte boom met horizontale vertakking. Het heeft een donkergrijze schors met fijne, platte schubben en blauwgroene tot zilverachtige blauw groenblijvende naalden. De iets kleinere, piramidevormige Deodar-ceder groeit tot ongeveer 50 voet en heeft zachte grijsachtig groene of blauwe naalden en hangende takken.
Valse ceders
De oosterse redcedar, die in de hele oostelijke VS groeit, is een groenblijvende boom of struik uit de cipressenfamilie (Cupressaceae) en is nauw verwant aan jeneverbessen in het geslacht Juniperus.Het groeit tot 30 voet lang en heeft kort, naaldachtig gebladerte en dunne schors die vaak in dunne stroken werpt. De Western Redcedar (ook de Pacific Redcedar genoemd omdat deze voornamelijk in het noordwesten van de VS wordt gevonden) is een groenblijvende plant die tot het geslacht Thuja behoort. Het is een hoge boom, vaak groeiend tot 200 voet, met dichte, hangende takken en een conische tot onregelmatige kroon. De noordelijke witte ceder is ook van het geslacht Thuja. Een middelgrote boom, het groeit tot 50 voet. Het heeft grijze tot roodbruine bast die gemakkelijk versnippert, een conische tot piramidale kroon en zich verspreidende, dichte takken.
Cederbomen in de geschiedenis
De ceder had een belangrijke rol in de oude cultuur. De Libanonceder wordt vaak in de Bijbel genoemd en werd gebruikt om de Koning Solomons Tempel te bouwen en het huis van Davids te verzegelen. Cederhoutolie, gewonnen uit de bladeren, bossen en wortels van de ceder, was een van de eerste ingrediënten in de parfumerie. De oude Sumeriërs gebruikten cederhoutolie als basis voor verf en oude Egyptenaren gebruikten het bij het balsemen.