De snelheid waarmee een lichaam beweegt, is een van de meest fundamentele parameters in de natuurkunde. In termen van lineaire beweging wordt snelheid gedefinieerd als de afgelegde afstand gedeeld door de tijd. Roterende lichamen, zoals wielen, gebruiken een andere hoeveelheid om de rotatiesnelheid te definiëren. Dit is vaak het aantal omwentelingen dat per minuut wordt uitgevoerd. Het is eenvoudig om te zetten tussen omwentelingen per minuut en lineaire snelheid.
Noteer de lineaire snelheid in eenheden van mijl per uur. In dit voorbeeld wordt een auto gebruikt die met 70 mijl per uur rijdt.
Converteer mijlen per uur naar meters per minuut. Om dit te doen, vermenigvuldigt u het aantal mijlen per uur met 1609. In het voorbeeld is 70 mijlen per uur gelijk aan:
70 x 1,609 = 112,630 meter per uur.
Converteer dit cijfer vervolgens naar meters per minuut. Aangezien er 60 minuten per uur zijn, deel je de meters per uur door 60:
112.630 / 60 = 1.877 meter per minuut.
Bereken de omtrek van het wiel. Gebruik de formule: c = 2_pi_r, waarbij c de omtrek is, r de straal is en pi kan worden geschat met 3.14. In het voorbeeld, als het autowiel een straal van 0,3 meter heeft, is de omtrek gelijk aan:
0,3 x 3,14 x 2 = 1,89 meter.
Bereken de wielsnelheid in omwentelingen per minuut. Gebruik hiervoor de formule:
omwentelingen per minuut = snelheid in meter per minuut / omtrek in meter.
In het voorbeeld is het aantal omwentelingen per minuut gelijk aan:
1.877 / 1.89 = 993 omwentelingen per minuut.