Inhoud
De dikte van een object wordt gedefinieerd als de kleinste van drie beschrijvende metingen: hoogte, breedte en lengte. Als u te maken hebt met een rechthoekig prisma, en als het volume en het gebied van één zijde zijn opgegeven, kunt u die twee metingen gebruiken om de dikte te berekenen. Als u bijvoorbeeld het volume weet van de plaat cement die uw oprit vormt en het opritoppervlak, kunt u de dikte van de platen berekenen. Zorg er alleen voor dat het objectgebied en het volume in dezelfde maateenheden worden gegeven.
TL; DR (te lang; niet gelezen)
Om een objectdikte te vinden, deelt u het volume door het gebied aan één kant:
volume ÷ Oppervlakte van kant = dikte
Controleer nogmaals of het gebied van een van de zijden van de objecten en het volume in dezelfde eenheden worden gemeten. Als het gebied bijvoorbeeld in inches in het kwadraat is en het volume in voetjes in blokjes, moet het volume worden omgezet in inches in blokjes.
Deel het volume van het object door het gebied van een van de zijkanten om de dikte te bereiken. Stel dat het zijgebied 40 vierkante inch was en het volume 80 kubieke inch was. U zou dan berekenen:
80 in3 ÷ 40 in2 = 2 in
Het resultaat, 2 inch, is uw waarde voor de dikte van het object.
Plaats de juiste eenheden op de diktemeting, want deze is slechts eendimensionaal. Als het gebied bijvoorbeeld vierkante inch was, zouden de eenheden van de objectdikte (lineaire) inch zijn. In het voorbeeld zou de dikte 2 inch zijn.