Inhoud
Het bepalen van de buitenafstand van een cirkel is een veelvoorkomend rekenprobleem. Om de buitenlengte van een cirkel te bepalen, moeten vooraf bepaalde metingen van de cirkel bekend zijn, waaronder de straal of diameter van een cirkel.
Plaats een kleine stip in het midden van een stuk papier. Plaats de punt van het kompas op de stip.
Gebruik een vegende beweging om de punt van het kompas op zijn plaats te houden terwijl je het bijgevoegde potlood in een vloeiende boog veegt om een cirkel te maken.
Gebruik een liniaal om de afstand te meten vanaf de middelste stip die u al in de cirkel hebt gemaakt tot een van de buitenranden van de cirkel. Dit is de straal van de cirkel. In het ideale geval moet u de straal in centimeters (of metrisch) opnemen, maar elke meeteenheid kan worden gebruikt.
Noteer de straal van de cirkel op uw papier met een kleine letter r als symbool voor de straal. Bijvoorbeeld r = 5 cm. Vergeet niet de eenheden op te nemen.
Gebruik de straal van de cirkel die u hebt getekend om de omtrek van de cirkel te berekenen met de formule C = 2? r.
C = omtrek? = Pi r = straal
Gebruik een rekenmachine om 2 * te vermenigvuldigen? * r. Als alternatief kun je het verkorte equivalent van pi gebruiken, wat? = 3.14 is. Met 3.14 kunt u de omtrek vermenigvuldigen zonder een rekenmachine.
In ons voorbeeld zou de omtrek (c) van de cirkel met een straal van 5 cm 31.41592 cm zijn als u een rekenmachine gebruikt om 2 * te vermenigvuldigen? * 5. Merk op dat als u met de hand berekent, er een klein verschil is als gevolg van afrondingsfouten die het antwoord 31,4 cm geven.