Ionische verbindingen onthouden

Posted on
Schrijver: Robert Simon
Datum Van Creatie: 20 Juni- 2021
Updatedatum: 15 November 2024
Anonim
How to Memorize The Polyatomic Ions - Formulas, Charges, Naming - Chemistry
Video: How to Memorize The Polyatomic Ions - Formulas, Charges, Naming - Chemistry

Inhoud

Het reciteren van de namen van ionische verbindingen lijkt misschien een ontmoedigende taak. Er zijn echter een paar eenvoudige regels die u kunt gebruiken bij het onthouden van de meest voorkomende ionische verbindingen in de chemie. Een ionische verbinding bestaat uit twee delen: een positief geladen kation en een negatief geladen anion. Door de regels voor het benoemen van elk onderdeel te volgen, zult u het proces eenvoudig en gemakkelijk vinden.

Naamgeving van kationen

    Bepaal of het kation slechts één mogelijke lading heeft door naar het periodiek systeem te kijken. Als dat zo is, is de kationnaam gewoon de naam van de verbinding. Bijvoorbeeld: NaCl is natriumchloride en KOH is kaliumhydroxide. De meest voorkomende alkalimetalen zijn natrium (Na), lithium (Li) en kalium (K). De meest voorkomende aardalkalimetalen zijn magnesium (Mg) en calcium (Ca). Andere metalen die slechts één lading hebben, zijn aluminium (Al), zink (Zn) en zilver (Ag).

    Bepaal of het kation een overgangsmetaal is. Sommige metalen vereisen een naamswijziging: Pb = schietlood, Fe = ferr, Cu = cupr, Sn = stan. U kunt deze namen onthouden door naar hun symbolen te verwijzen.

    Bepaal of het kation twee mogelijke ladingen heeft. Zo ja, noem kationen met de lagere lading met het achtervoegsel "-ous" en de hogere lading met het achtervoegsel "-ic". Cu + is bijvoorbeeld koper, Cu2 + is koper. Fe2 + is ijzerhoudend, Fe3 + is ijzerhoudend. Pb2 + is plumbus, Pb3 + is plumbic. Hg (2) 2+ is mercurous, Hg2 + is mercuric. Sn2 + is stanno, Sn4 + is stannisch.

    Bepaal of het kation waterstof is. Als dat zo is, wordt het eenvoudigweg "waterstof" genoemd. H2S is bijvoorbeeld waterstofsulfide.

Anionen een naam geven

    Bepaal of het anion een negatief geladen enkelvoudig element is. Zo ja, noem het dan met het achtervoegsel -ide. Bijvoorbeeld: O = oxide, F = flouride, Cl = chloride, Br = bromide.

    Bepaal of het anion een polyatomisch anion met zuurstof is. Gebruik in dat geval het achtervoegsel "-ate" voor verbindingen met meer zuurstof en -ite in verbindingen met minder zuurstof. Bijvoorbeeld: SO4 = sulfaat, SO3 = sulfiet, NO3 = nitraat, NO2 = nitriet.

    Bepaal of het anion -OH is. Zo ja, dan heet het hydroxide. Bijvoorbeeld: KOH is kaliumhydroxide.

    Bepaal of het anion waterstof is. Als dat zo is, wordt het "hydride" genoemd. Bijvoorbeeld: LiH is lithiumhydride.

    Tips