Inhoud
Een vergrotende spiegel, ook wel bekend als een concave spiegel, is een reflecterend oppervlak dat een segment van het binnenoppervlak van een bol vormt. Om deze reden worden concave spiegels geclassificeerd als sferische spiegels. Wanneer objecten worden geplaatst tussen het brandpunt van een concave spiegel en het spiegeloppervlak, of het hoekpunt, zijn de beelden "virtueel", rechtop en vergroot. Wanneer objecten zich buiten het brandpunt van de spiegel bevinden, zijn de waargenomen afbeeldingen echte afbeeldingen, maar ze zijn omgekeerd. De vergroting van een bolvormig spiegelbeeld kan analytisch worden bepaald, als de brandpuntsafstand of het krommingspunt van de spiegel bekend is.
Bestudeer de volgende vergelijking, de "spiegelvergelijking" genoemd, die de afstand van een object (D-object), de afstand van de afbeelding (D-afbeelding) en de brandpuntsafstand (F) van de spiegel relateert: 1 / D-object + 1 / D afbeelding = I / F. De beeldafstand moet eerst met deze vergelijking worden bepaald voordat de beeldvergroting kan worden bepaald.
Overweeg het volgende voorbeeld: een object van 12 inch lang wordt op een afstand van 4 inch geplaatst van een concave spiegel met een brandpuntsafstand van 6 inch. Hoe vind je de beeldafstand en vergroting?
Vervang de vereiste informatie als volgt in de spiegelvergelijking: 1/4 + 1 / D afbeelding = 1/6; 1 / D afbeelding = 1/6 - 1/4 = - (1/12); D beeld = - 12. Het beeld is een virtueel beeld, geen echt beeld: het "lijkt" 12 centimeter achter de spiegel te liggen, vandaar het negatieve teken.
Bestudeer de volgende vergelijking, de "spiegelvergrotingsvergelijking" genoemd, die de hoogte van de afbeelding (H-afbeelding), de hoogte van het object (H-object), D-afbeelding en D-object relateert: M = H afbeelding / H-object = - (D-afbeelding / D-object.) Merk op dat de afstandsverhouding hetzelfde is als de hoogteverhouding. Het negatieve teken blijft alleen in het resultaat als het beeld omgekeerd blijkt te zijn, in plaats van rechtop.
Vervang de vereiste informatie als volgt in de spiegelvergrotingsvergelijking: M = - (D-afbeelding / D-object) = - (- 12/4) = 3. De afbeelding is rechtop en drie keer groter dan het object.