Inhoud
De voedingsetiketten op voedselpakketten bepalen gezonde voedingskeuzes. Ze inspireren ook praktische wiskundige activiteiten voor de klas. Het gebruik van de voedseletiketten kan echte toepassingen voor elementaire wiskundige vaardigheden demonstreren, waardoor ze relevanter zijn voor studenten. Verzamel lege voedselcontainers uit uw eigen keuken of vraag ouders en collega-leraren om pakketten voor u te brengen.
Probleemoplossing
Voedingslabels geven informatie om op wiskunde gebaseerde woordproblemen te creëren.De woordproblemen die u schrijft, zijn afhankelijk van het leerjaarniveau en de typen bewerkingen die de kinderen leren. Gebruik de voedingsgegevens om de problemen op te bouwen. Een voorbeeldwoordprobleem voor een cracker-etiket is: "Sarah heeft 2 kopjes van de crackers gegeten voor haar snack. Welk percentage van haar dagelijkse vetgehalte heeft ze verbruikt?" De studenten moeten de portiegrootte bekijken om te bepalen hoeveel porties 2 koppen zouden maken. Ze gebruiken die informatie om te bepalen hoeveel vet wordt verbruikt en welk percentage dat zou vormen.
Dagelijkse menuberekeningen
Maak een dagelijks menu op basis van de voedseletiketten die u bij de hand hebt. De kinderen gebruiken de voedseletiketten om het totale vet, calorieën, koolhydraten, eiwitten en natrium van de persoon voor de dag te berekenen. U kunt desgewenst ook andere voedingsstoffen op het etiket opnemen. Laat de kinderen de totalen vergelijken met de dagelijks aanbevolen hoeveelheden om te bepalen of het dieet van de persoon gezond of ongezond was. Geef alle studenten hetzelfde menu of maak verschillende en laat elke student zijn bevindingen presenteren.
Totaal pakket berekeningen
Voedingsetiketten bevatten de informatie voor individuele porties. Laat de kinderen de totale hoeveelheid vet, calorieën, koolhydraten, eiwitten en natrium in het pakket berekenen. Meet een portie af volgens het pakket. Op veel voedingsmiddelen, met name junkfood, is de portiegrootte kleiner dan wat de gemiddelde persoon zou consumeren tijdens het kauwen. Laat de kinderen berekenen wat twee of drie porties zouden zijn - als ze denken dat de portie kleiner is dan ze normaal zouden consumeren. Dit zorgt voor wiskundige vaardigheden en zorgt ervoor dat kinderen nadenken over de portie en hoeveel ze consumeren wanneer ze meer eten dan de aanbevolen hoeveelheid.
vergelijkingen
Deze activiteit werkt goed in kleine groepen. Elke groep heeft voedingsetiketten nodig voor vergelijkbare producten. In lagere klassen, blijf met slechts twee verschillende producten. Geef voor oudere kinderen maximaal vijf labels om te vergelijken. U kunt bijvoorbeeld een groep dranketiketten geven zoals melk, sap, frisdrank, koffie en thee. De kinderen maken een grafiek met de voedingswaarde-informatie voor elk item. Laat ze de verschillende voedingsmiddelen in de groep vergelijken om te bepalen welke het gezondst is en welk het minst gezond is.