Inhoud
In de meeste lessen natuurkunde of scheikunde leren studenten over de termen 'massa', 'dichtheid' en hun relatie. Massa verwijst meestal naar de hoeveelheid materie in een object, terwijl dichtheid de fysieke eigenschap van materie is. Per definitie is dichtheid massa per volume-eenheid, waarbij volume de ruimte is die het object inneemt. Het symbool voor dichtheid is de Griekse letter "rho" of "ρ." Hoewel je gemakkelijk massa kunt vinden uit de vergelijking voor dichtheid, zijn er een paar regels die je moet volgen om dit soort problemen correct op te lossen.
Om massa uit dichtheid te vinden, heb je de vergelijking Densiteit = Mass ÷ Volume of D = M ÷ V nodig. De juiste SI-eenheden voor dichtheid zijn g / kubieke cm (gram per kubieke centimeter), afwisselend uitgedrukt als kg / kubieke m (kilogram per kubieke meter).
Gebruik de vergelijking D = M ÷ V om op te lossen voor massa "M" in termen van volume "V" en dichtheid "D", door beide zijden van de vergelijking te vermenigvuldigen met volume "V." De vergelijking wordt dan DxV = (M ÷ V) x V. De 2 V's heffen elkaar op aan de rechterkant van de vergelijking. De nieuwe vergelijking is nu in termen van "M" of massa en gegeven door M = DxV.
Oefen het vinden van de massa uit dichtheid met behulp van dit voorbeeld. Een object in de vorm van een kubus met een hoogte, lengte en breedte gelijk aan 1 cm heeft een dichtheid van 6 g / kubieke cm.
Zoek het op te lossen volume voor massa (M) door te weten dat de formule voor het volume (V) van een kubus gelijk is aan lengte x breedte x hoogte. Vanaf stap 3 zijn deze allemaal gelijk aan 1, dus het volume van de kubus is 1 cm x 1 cm x 1 cm = 1 kubieke cm.
Vervang de waarden voor dichtheid (D) van stap 3 en de waarde voor volume (V) van stap 4 in de vergelijking M = DxV en vermenigvuldig om M = (6 g / kubieke cm) x (1 kubieke cm) = 6 g te krijgen . De massa is daarom gelijk aan 6 g. Vergeet niet om uw eenheden te controleren, omdat deze zich in de juiste SI-eenheden moeten bevinden.