Inhoud
- Bepalen gelijkwaardige maatregelen
- Gemiddelde van variabelen berekenen
- Vind standaardafwijking
- Gestandaardiseerde waarden berekenen
- Controleer uw cijfers
- Bereken correlatiecoëfficiënt
Correlatie meet de sterkte van associatie tussen twee variabelen. De correlatiecoëfficiënt r varieert in waarde van -1 tot +1, waarbij 1 een perfecte correlatie betekent. In het echte leven zijn perfecte correlaties zeldzaam. Eenvoudige experimenten kunnen de correlatie testen. U kunt bijvoorbeeld metingen van de voeten van vrouwen doen om te zien of de gemiddelde schoenmaat één maat voor elke centimeter voetmeting omhoog gaat, wat een +1 positieve correlatie aangeeft. Als de gevallen van griep 10 procent dalen voor elke 10 procent van de bevolking die in de loop van een maand steeds vaker wordt gevaccineerd, is dat een -1 negatieve correlatie.
Bepalen gelijkwaardige maatregelen
Een belangrijke stap bij het meten van de correlatie is het standaardiseren van de waarden van de twee variabelen. Dit elimineert verschillen tussen de twee variabelen, zoals schaalverschillen. Een ander voorbeeld zijn twee variabelen gemeten in prijzen, waarbij de waarden van één variabele worden uitgedrukt in dollars en de andere in euro's.
Gemiddelde van variabelen berekenen
Bereken de gemiddelden van de twee relevante variabelen. Het gemiddelde is het rekenkundig gemiddelde, verkregen door de waarden van elk geval op te tellen in een reeks observaties en de som te delen door het totale aantal waargenomen gevallen.
Vind standaardafwijking
Verkrijg de standaardafwijkingen van de twee variabelen. De standaarddeviatie is een maat voor de spreiding in een reeks scores. Bereken de som van de gekwadrateerde verschillen gedeeld door het aantal gevallen in elke variabele om de variantie te verkrijgen. De vierkantswortel van de variantie is de standaarddeviatie.
Gestandaardiseerde waarden berekenen
Bereken de gestandaardiseerde waarden door het gemiddelde af te trekken van de scores van de individuele gevallen en de resulterende waarden te delen door de standaarddeviatie. De gestandaardiseerde waarden vertellen u, in eenheden van standaardafwijking, hoe ver de individuele waarden boven of onder het gemiddelde liggen.
Controleer uw cijfers
Zorg ervoor dat u de gestandaardiseerde waarden correct hebt berekend door de gemiddelden en standaardafwijkingen ervoor te berekenen. Het gemiddelde van een gestandaardiseerde variabele moet nul zijn en de standaardafwijking moet 1 zijn.
Bereken correlatiecoëfficiënt
Bereken de correlatiecoëfficiënt, r, voor uw gestandaardiseerde variabelen. Vermenigvuldig de individuele gestandaardiseerde waarden van variabelen x en y om de producten te verkrijgen. Bereken vervolgens het gemiddelde van de producten van de gestandaardiseerde waarden en interpreteer de resultaten. Hoe hoger de waarde van r, des te sterker is de correlatie tussen de twee variabelen. Een correlatiecoëfficiënt van nul geeft geen correlatie aan. Statistische software zoals IBM SPSS en spreadsheetprogramma's zoals Excel kunnen correlatiecoëfficiënten berekenen, maar met de hand helpt u dit beter te begrijpen.