Inhoud
Het doel van een biologisch diagram is om weer te geven hoe verschillende delen van een monster zich tot elkaar verhouden, in tegenstelling tot hoe ze er eigenlijk uitzien. Door diagrammen te tekenen, kunnen biologiestudenten hun observaties van een specimen vastleggen en op een later tijdstip naar de illustratie verwijzen om de belangrijke kenmerken van een specimen terug te halen, bijvoorbeeld ter voorbereiding op een test. Biologiestudenten op beginnersniveau moeten zich vertrouwd maken met de juiste manier om wetenschappelijke diagrammen te tekenen.
Gebruik een potlood en ongevoerd papier bij het tekenen van een biologisch diagram. Plaats het diagram in het midden van de pagina. Teken alleen wat u daadwerkelijk waarneemt, in tegenstelling tot wat u denkt dat u zou moeten zien.
Gebruik scherpe enkele lijnen om een object weer te geven. Gebruik geen zachte lijnen die kenmerkend zijn voor schetsen. Maak de afbeelding groot zodat verschillende delen van het monster gemakkelijk te onderscheiden zijn.
Vertegenwoordig donkere gebieden van een object met stippel of stippen. Schaduw geen delen van het diagram.
bij het labelen van de verschillende delen van het diagram. Gebruik de meervoudsvorm niet bij het identificeren van een enkel onderdeel of object. Trek een rechte lijn van elk label naar het onderdeel of object dat het beschrijft. Zorg ervoor dat deze lijnen elkaar niet kruisen of overlappen.
Houd er rekening mee dat het eerste deel van een wetenschappelijke naam, of de geslachtsnaam, met een hoofdletter moet worden geschreven. Het tweede gedeelte, of de soortnaam, begint met een kleine letter - behalve wanneer het in de diagramtitel wordt gebruikt. Wetenschappelijke namen onderstrepen.
Schrijf de titel van het diagram in hoofdletters en centreer deze. Vergeet niet dat de titel beknopt moet zijn en het onderwerp van de illustratie nauwkeurig moet verklaren.
Teken schaalstaven die de lengte en breedte van een monster aangeven. Een schaalbalk is een rechte lijn die de relatie weergeeft tussen de ruimte op uw pagina en de werkelijke ruimte die door het specimen wordt ingenomen.
Geef voor microscopische monsters de vergroting aan waarmee u het object door een microscoop hebt waargenomen. Schrijf deze informatie in een van de hoeken van de pagina.
Gebruik scherpe enkele lijnen om een object weer te geven. Gebruik geen zachte lijnen die kenmerkend zijn voor schetsen. Maak de afbeelding groot zodat verschillende delen van het monster gemakkelijk te onderscheiden zijn.