Inhoud
Afzetting is het proces dat volgt op erosie. Erosie is het verwijderen van deeltjes (rots, sediment enz.) Uit een landschap, meestal als gevolg van regen of wind. Depositie begint wanneer erosie stopt; de bewegende deeltjes vallen uit het water of de wind en vestigen zich op een nieuw oppervlak. Dit is depositie.
Oorzaken
De algemene oorzaak voor afzetting is erosie, omdat de deeltjes moeten bewegen om te stoppen. Er moet echter iets zijn waardoor de erosie stopt en de depositie begint. Deze overgang wordt veroorzaakt door een verandering in de agent van transport. Water kan vertragen of verdampen, waardoor het sediment niet meer wordt meegenomen. Wind kan afsterven en de grond loslaten. IJs kan smelten en zijn houvast loslaten. Elke dergelijke verandering begint het proces van depositie.
Gevolgen
Erosie kan een zeer destructieve kracht zijn, maar samen met depositie kan het ook een scheppingskracht zijn. Deze twee processen zijn verantwoordelijk voor het creëren van nieuwe landschappen, waaronder heuvels, valleien en kustlijnen. Hoewel erosie een gebied kan veranderen, worden de getroffen delen niet vernietigd maar eenvoudig verplaatst. Door afzetting kunnen deze delen zich elders vestigen.
Allies
Verschillende veranderingen in de omgeving kunnen helpen bij het depositieproces. Bomen en planten kunnen de waterstroom vertragen of de windkracht afleiden, waardoor het proces kan beginnen. Op dezelfde manier kunnen heuvels, gebouwen, grote rotsen en andere obstakels een stromend middel voldoende stoppen of vertragen zodat sediment eruit kan vallen en zich kan vestigen.
Geven en nemen
Hoewel depositie het einde van erosie betekent, betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat de nieuw bezonken deeltjes nu veilig zijn. Erosie en depositie zijn continue processen. Hoewel de deeltjes zijn hervestigd, worden ze waarschijnlijk op een andere dag opgepakt en ergens anders naartoe verplaatst. Dit proces van geven en nemen helpt de omgeving het evenwicht te behouden.