Inhoud
Een geschatte aardbeving met een kracht van 7,5 op de schaal van Richter schokte en ratelde inwoners van New Madrid, Missouri, op 16 december 1812, waarbij veel scheuren of breuken in de grond achterbleven. Een breuk in geologische termen is een gebroken deel van de aardkorst. Breuken kunnen zo klein zijn als een gebarsten rotsblok of zo groot als een continent. Ze kunnen worden veroorzaakt door verwering, druk of bewegingen van de aardkorst. Afhankelijk van de grootte, hoe de breuk optreedt en de broosheid van de geologische formatie, kunnen breuken in verschillende categorieën worden georganiseerd.
Gezamenlijke fracturen
Gewrichten zijn een breuk waarbij de rots breekt maar niet beweegt. Gewrichtsfracturen kunnen systematisch zijn, of recht en regelmatig, of niet-systematisch, die onregelmatig zijn. Plaat- of peelingverbindingen zijn gebogen breuken die voorkomen in extrusief vulkanisch gesteente. Extrusieve rotsen vormen zich van magma dat langzaam diep in de aarde wordt afgekoeld. Zuilvormige gewrichten zijn breuken die veelhoekige rotskolommen isoleren. Gewrichten kunnen erg klein zijn of ze kunnen tektonisch zijn en over een groot gebied lopen.
Trekbreuken
Een trekbreuk treedt op wanneer de randen uit elkaar trekken als er druk wordt uitgeoefend. Trekbreuken treden op in broze rotsen die niet veel kunnen buigen of vouwen wanneer een kracht wordt uitgeoefend. De breuk in de rots loopt loodrecht op de druk die wordt uitgeoefend. Om dit te visualiseren, stel je voor dat je een cracker aan de randen vasthoudt en deze in tweeën snapt. Trekbreuken kunnen geen beweging veroorzaken en worden vaak ook geclassificeerd als gewrichten. Als de twee randen van elkaar af bewegen, is het resultaat een trekfout.
Scheurbreuken
Een fout is een breuk waarbij de twee randen bewegen tijdens het breukproces. Fouten zijn meestal schuiffracturen waarbij het ene stuk rots tegen het andere glijdt. Het kunnen stakings-slipfouten zijn waarbij de zijkanten van de breuk horizontaal tegen elkaar schuiven. Het kunnen ook dip-slip fouten zijn, waarbij de ene kant van de breuk ten opzichte van de andere kant op of neer schuift. Ten slotte kunnen het schuine fouten zijn, waarbij beide soorten bewegingen plaatsvinden. Afschuiffracturen treden meestal op in meer ductiel gesteente - gesteente dat kan buigen wanneer het langzaam wordt bewogen, maar dat breekt onder plotselinge krachten.
Tektonische platen en breuklijnen
Breuken maken deel uit van de lokale en regionale geologie, maar de aardkorst zelf is opgedeeld in een reeks platen die elkaar raken bij dynamische gewrichten. Op de kruispunten van tektonische platen zijn onder andere aardbevingsfoutlijnen, vulkaanuitbarstingen en bergen te zien. Deze gaten tussen de platen zijn de grootste breuken op aarde, en ze bepalen de vorm en bewegingen van de continenten.