Inhoud
- Fossiele ontdekkingen
- Het pad van evolutie
- Geschiedenis van dieren- en plantenleven
- Histologische gebeurtenissen
- Het klimaat van de aarde
Fossielen zijn de sporen van een uitgestorven dier of plant die bewaard zijn gebleven op materialen zoals rotsen. Fossilisatie geeft de voorkeur aan harde lichaamsdelen zoals botten, schelp of tanden, en ook plantenbladeren. De tak van de wetenschap die is gewijd aan het begrip van het prehistorische leven door het bestuderen van fossielen, wordt paleontologie genoemd.
Fossiele ontdekkingen
De Arlington Archosaur Site, in het noorden van Texas, is een van de belangrijke fossielen. Paleontologen vonden daar de schedel van een krokodil in gedemonteerde toestand. Het overblijfsel heeft meer dan 100 miljoen jaar overleefd. Deze productieve fossiele site heeft ook een verscheidenheid aan andere diersoorten bewaard, waaronder dinosaurussen. Een skelet van een grote herbivore dinosaurus met eendenbek werd teruggevonden van de noordelijke heuvel in het productieve fossiele gebied van Noord-Texas.
Het pad van evolutie
Ediacaran-fossielen (ongeveer 630 tot 540 miljoen jaar oud) en Cambrische fossielen (540 miljoen jaar oud) hebben veel wetenschappers op het evolutionaire pad geleid, vooral tijdens een kritieke fase van de geschiedenis van het dierenleven, die bekend staat als de Grote Cambrische explosie. Het is een cruciale tijd in de geschiedenis van de aarde, toen de eerste evolutionaire straling van dieren zijn hoogtepunt bereikte.
Geschiedenis van dieren- en plantenleven
Fossielen helpen paleontologen om het evolutionaire pad van dier- en plantengroepen te reconstrueren. Ze helpen bij het identificeren van de morfologische veranderingen binnen een dier- of plantensoort. Zo kan de historische ontwikkeling van een biologische groep (als ras of soort) worden bestudeerd. Een nauwe relatie tussen vogels en reptielen werd bijvoorbeeld voor het eerst voorgesteld toen een fossiel genaamd Archaeopteryx werd opgegraven. Het is in wezen een ontbrekende schakel tussen reptielen en vogels.
Histologische gebeurtenissen
Fossielen zijn door wetenschappers gebruikt om de data te bepalen van gesteentelagen (of strata) die honderden jaren geleden achter elkaar werden vastgelegd. De nauwkeurigheid en precisie van deze methode zijn echter afhankelijk van verschillende omstandigheden, zoals diepte, lithologie, dikte en overvloed van de fossielen in dat gesteente. Fossielen zijn dus de belangrijkste indicatoren voor de relatieve leeftijd van gesteenten. Ze kunnen ook nauw verbonden zijn met histologische gebeurtenissen.
Het klimaat van de aarde
In de paleontologie kan men vaak het type omgeving bepalen waarin een fossiel organisme leefde. Fossielen kunnen dus het bewijs leveren van het klimaat op aarde op het moment van behoud.