Inhoud
Samengestelde lichtmicroscopen gebruiken meerdere lenzen om objecten te bekijken die te klein zijn om met het blote oog te worden gezien. Deze microscopen bevatten ten minste twee lenzen: een objectieflens die in de buurt van het bekeken object wordt gehouden en een oculair - of oculaire - lens die in de buurt van het oog is geplaatst. De brandpuntsafstand is het belangrijkste kenmerk van een lens en hangt samen met de mate waarin de lens een object vergroot.
Lensstructuur
Microscoopobjectieven zijn gemaakt van speciaal optisch glas dat van hogere kwaliteit is dan het glas dat u in de meeste vensters aantreft. De lens heeft de vorm van een cirkelvormige schijf met de twee vlakken naar buiten gebogen, bekend als convex. Wanneer parallelle lichtstralen een gezicht van de objectieflens raken, worden ze scherpgesteld als ze passeren en elkaar ontmoeten op een enkele plek die het brandpunt wordt genoemd.
Brandpuntsafstand
De afstand van het midden van de lens tot het brandpunt wordt de brandpuntsafstand genoemd. Omdat het beeld plaatsvindt aan de andere kant van de lens van waar het object zich bevindt, heeft de brandpuntsafstand voor bolle lenzen een positief teken. Holle lenzen - waar de gezichten van de lens naar binnen krommen - hebben een negatieve brandpuntsafstand.
Lens sterkte
De brandpuntsafstand is belangrijk omdat het de lenssterkte bepaalt, wat een indicatie is van de mate waarin de lens het beeld vergroot. De lenssterkte wordt berekend door het getal één te delen door de brandpuntsafstand - het omgekeerde van de brandpuntsafstand. Een lens met een kortere brandpuntsafstand zal een hogere lenssterkte hebben en zal het beeld meer vergroten. Microscoopdoelen hebben korte brandpuntsafstanden om de beelden aanzienlijk te vergroten.
Oculaire lens
De brandpuntsafstand van een objectief is de afstand van de lens tot het punt waar parallelle lichtstralen die door de lens passeren samenkomen. Het hier gecreëerde beeld wordt dan in wezen het object dat door de oculaire - of oculair - lens wordt bekeken. Wanneer een groter beeld wordt gemaakt door een objectieflens met een kleinere brandpuntsafstand, bekijkt de oculaire lens dat grotere beeld.