Inhoud
Het weer is een veelvoorkomend onderdeel van het eerste leerplan, dat kinderen aanmoedigt om de natuurlijke wereld te verkennen en te begrijpen. Je kunt de wind niet zien, maar eersteklassers kunnen de effecten van wind observeren met praktische activiteiten.
Windverhalen
Kinderboeken over de wind kunnen het onderwerp introduceren. Zowel fictie- als non-fictieboeken zullen kinderen aan het denken zetten over wind en hoe dit de aarde beïnvloedt. Voorbeelden hiervan zijn "When the Wind Blows" van Richard Hutchings, "The Windy Day" van Anna Milbourne, "The Wind Blew" van Pat Hutchins en "Feel the Wind" van Arthur Dorros. Maak na het lezen van de boeken een lijst met kenmerken over wind of dingen die de wind doet, zoals bewegende wolken en voorwerpen rondblazen.
Windobservaties
Je hebt een dag nodig met minimaal een licht briesje voor deze activiteit. Het doel is om de eerste klassers te laten focussen op de effecten van wind die ze rondom de school kunnen waarnemen. Begin met uit de klas te kijken naar voorbeelden van de wind op het werk, zoals bewegende takken of blazende bladeren over de grond. Maak een wandeling door de speeltuin of door de buurt om andere tekenen van de wind te vinden. Maak een lijst van wat je ziet. Je kunt een andere windobservatie doen op een dag met sterkere wind om te vergelijken hoe de objecten bewegen. De eerste-klassers kunnen bijvoorbeeld opmerken dat de takken meer bewegen of bladeren sneller bewegen op een winderige dag.
Wind experiment
Na het observeren van hoe wind de omgeving beïnvloedt, is het tijd om de kinderen voorspellingen te laten doen en de impact van de wind te testen. U hebt een verscheidenheid aan materialen van verschillende gewichten en maten nodig, zoals papieren zakken, karton, kranten, hout, stenen en stof. Vraag de eerste-klassers om te voorspellen hoe de wind de objecten zal beïnvloeden. Laat ze voorspellen of de wind ze kan verplaatsen. Je kunt ook vragen hoe ze denken dat het object zal bewegen. Ze kunnen bijvoorbeeld voorspellen dat iets lichts, zoals een papieren zak, de lucht in blaast, terwijl iets zwaars, zoals een klein stuk hout, net iets kan bewegen. Test elk item buiten op een winderige dag om te zien of de voorspellingen correct waren.
Wind meetinstrumenten
Verander de eerste-klassers in jonge meteorologen met enkele eenvoudige hulpmiddelen. Een windwijzer laat de kinderen zien dat wind uit verschillende richtingen waait. Plaats een windwijzer op de speelplaats zodat kinderen de veranderingen in de windrichting kunnen waarnemen. Een windmeter is een ander weerhulpmiddel dat laat zien hoe snel de wind waait. Het heeft cupachtige structuren die de wind opvangen en sneller draaien hoe winderiger het is. Je kunt ook eenvoudige pinwheels buiten het klaslokaal in de grond zetten. Laat kinderen kijken naar de pinwheels om te zien hoe snel de wind waait. Vliegeren is een andere activiteit om te gebruiken tijdens een les over wind. De kinderen kunnen kijken hoe de vlieger meebeweegt met de wind.