Inhoud
Aardbevingen komen niet overal ter wereld voor. In plaats daarvan vinden de meeste aardbevingen plaats in of nabij smalle riemen die samenvallen met de grenzen van de tektonische platen. Deze platen vormen de rotsachtige korst aan het aardoppervlak en liggen ten grondslag aan zowel de continenten als de oceanen. Oceanische korst wordt soms vergeleken met een transportband: nieuwe korst wordt voortdurend gemaakt op midocean ruggen en vernietigd waar het verdwijnt in greppels aan de randen, meestal waar de oceaan op een continent botst. Zowel oceanische richels als loopgraven zijn plaatsen van aardbevingsactiviteit.
Aardbeving Basics
Een aardbeving bestaat uit de schokgolven die ontstaan wanneer rotsen onder het oppervlak plotseling langs een breukvlak glijden. Aardbevingen worden geclassificeerd door hun intensiteit, dat is de hoeveelheid energie die vrijkomt door de beweging en door de diepte naar het midden van de slipzone, of focus.
Ridges Vs. loopgraven
Hoewel aardbevingen langs alle plaatgrenzen optreden, komen ze veel vaker voor in botsingszones met een oceaangeul dan op midocean ruggen. Dit verschil in frequentie is omdat bij midoceanic ruggen de korst zowel dun als heet is, wat de hoeveelheid druk (spanning) vermindert die kan opbouwen voordat slip op een fout optreedt. De rots op oceanische ruggen is ook iets zachter omdat het heet is. Bij loopgraven is de korst dikker en koeler, waardoor meer spanning kan worden opgebouwd, wat leidt tot meer aardbevingen.