Inhoud
Glacier Basics
Gletsjers zijn grote massa's ijs die het grootste deel van de zoetwatervoorziening op aarde vasthouden. Een continentale gletsjer of ijskap is een soort gletsjer die zich in alle richtingen verspreidt. Een ander type gletsjer wordt een vallei-gletsjer genoemd. Deze worden begrensd door bergen aan elke kant en kunnen alleen door een vallei naar beneden stromen. Beide soorten gletsjer hebben een enorme impact op het omringende landschap en veranderen het op verschillende manieren terwijl ze voorbij komen.
Erosie en slijtage
Een manier waarop gletsjers het landschap veranderen, is door erosie. Terwijl ze over de grond gaan, schraapt het ijs aarde en rots op. Een dalgletsjer zal een vallei veel dieper verlaten, omdat het het onderliggende oppervlak erodeert met plukken en schuren. Plukken treedt op wanneer grote rotsen of andere objecten uit de aarde worden getrokken door de kracht van de beweging van de gletsjers. Deze eigenschap van glaciale beweging laat grote en gapende gaten achter. Wanneer kleinere objecten in het ijs worden gevangen, wrijven ze op de grond terwijl de gletsjer passeert. Dit proces, bekend als slijtage, kan groeven in de grond achterlaten of als schuurpapier werken en de grond onder de gletsjer gladmaken.
Puinafzetting
Nadat de gletsjer de grond en rotsen verplaatst, worden deze materialen naar de zijkanten geduwd en door de gletsjer afgezet terwijl deze passeert. Er zijn veel verschillende soorten van deze afzettingen, waaronder morenen en varven. Grondmorenen worden achtergelaten onder de gletsjer terwijl deze passeert, terwijl terminale morene materiaal is dat naar voren wordt geduwd voor de gletsjer om aan de rand te worden afgezet als de gletsjer smelt. Ten slotte wordt een zijmorene gevormd langs de zijkanten van de gletsjer door een combinatie van erosie en lawines veroorzaakt door de beweging van de gletsjers door een vallei. Glaciale varves zijn afzettingen die zich vormen op de bedden van meren die worden gevoed door gletsjersmelt. Het materiaal wordt opgevangen in het gletsjerijs en vervolgens stroomafwaarts gewassen als de gletsjer smelt, om zich in een meer af te zetten.