Inhoud
Oceaan- en windstromen worden gevormd door een proces dat bekend staat als convectie. Zowel convectie als druk beïnvloeden de stroming van water en lucht. Terwijl lucht- en waterstromen zich van het ene gebied naar het andere verplaatsen, beïnvloeden ze het algemene klimaat van het gebied waar ze naartoe gaan.
TL; DR (te lang; niet gelezen)
Waterstromen hebben de mogelijkheid om de lucht te koelen en te verwarmen, terwijl luchtstromen lucht van het ene klimaat naar het andere duwen en warmte (of koude) en vocht met zich meebrengen.
Convectie
Convectie is een van de belangrijkste manieren waarop warmte wordt overgedragen. Het komt omdat warmere vloeistoffen en gassen de neiging hebben om op te stijgen, terwijl koudere vloeistoffen en gassen de neiging hebben om te zinken. Denk aan het verwarmen van een pot water op het fornuis. Aanvankelijk wordt het onderste deel van het water verwarmd door de energie die door de kachel wordt geproduceerd, maar na een tijdje vormen zich bellen en stijgen op naar het oppervlak. De bellen zijn zakken met heet water die naar de oppervlakte stijgen en het water rondom hen verwarmen terwijl ze stijgen. Hetzelfde gebeurt op grotere schaal wanneer de zon de oceaan verwarmt en kouder water eronder zinkt.
Oceaanstromen
Zeestromingen beïnvloeden de temperatuur door heet of koud water van de ene naar de andere locatie te verplaatsen. De Golfstroom verplaatst bijvoorbeeld warme lucht uit de Golf van Mexico langs de oostkust van de VS en uiteindelijk naar de Britse eilanden. Terwijl het warme water naar het noorden reist, verwarmt het het water en de lucht eromheen.
Luchtstromingen
De dominante luchtstromen die het klimaat beïnvloeden staan bekend als heersende winden. Heersende winden zijn winden die vaker in één richting waaien dan uit andere richtingen. Heersende winden brengen lucht van het ene type klimaat naar het andere. Warme winden die over water reizen, hebben bijvoorbeeld de neiging om tijdens het reizen vocht op te vangen; de waterdamp in de lucht zal condenseren als het zich in koudere klimaten begeeft, daarom ontvangen gematigde kustgebieden vaak zware regenval.
Luchtdruk
Een andere factor die luchtstromen beïnvloedt, is luchtdruk. Hoe groter het verschil in luchtdruk tussen twee gebieden, hoe sterker de wind zal zijn. Dit gebeurt omdat lucht onder hoge druk de neiging heeft om naar gebieden met een lagere druk te bewegen. Lucht onder lage druk houdt ook minder warmte vast dan lucht onder hoge druk, daarom is het over het algemeen kouder op grotere hoogten.