Inhoud
Het Arctische toendra-ecosysteem, gevonden in het uiterste noordpoolgebied van de wereld, wordt gekenmerkt door koude temperaturen, bevroren grond genaamd permafrost en barre omstandigheden voor het leven.
Seizoenen
De seizoenen in de Arctische toendra omvatten een lange, koude winter en een korte, koele zomer. In de winter kunnen weinig planten en dieren overleven, dus veel planten blijven in de winter slapen en veel Arctische toendra-dieren overwinteren of migreren op dat moment.
Plantaanpassingen
Er groeien geen bomen in de Arctische toendra. De kleine planten van de toendra gebruiken de tactiek van de rustperiode, produceren alleen zaden om de paar jaar, draaien met de zon om energie te absorberen en ontwikkelen beschermende bedekkingen.
Dierlijke aanpassingen
Dieren die in de Arctische toendra leven, hebben aanpassingen ontwikkeld, waaronder zware winterjassen, camouflage die van kleur verandert met de seizoenen, efficiënte lichaamsvorm om warmteverlies te voorkomen en de mogelijkheid om geïsoleerde tunnels onder de grond te bouwen.
Web van interacties
De planten en dieren van de Arctische toendra werken samen over grote gebieden om een voedselweb te creëren dat al zijn leden helpt de barre omstandigheden te overleven.
Toekomstige problemen
Klimaatverandering kan een toekomstig probleem vormen voor het leven in de Arctische toendra. Omdat ze zo gespecialiseerd zijn in het leven in toendra-omstandigheden, overleven veel dieren en planten mogelijk niet als deze omstandigheden veranderen.