Inhoud
Hoewel we leven in, doorheen gaan en een wereld van drie dimensies zien, zijn de meeste representaties van die wereld tweedimensionaal. We bekijken tekeningen of foto's op plat papier of computerschermen. Zelfs onze 3D-visuele waarneming van de wereld om ons heen is gebaseerd op 2D-beelden die achter in onze ogen op ons netvlies zijn geflitst. Maar twee dimensies zijn niet de minimale limiet van picturale weergave. Eenvoudige afbeeldingen kunnen ook in één dimensie worden weergegeven.
Afmetingen gedefinieerd
Dimensies worden gebruikt om de structuur van een object te beschrijven - al dan niet plat - en de omvang ervan in de ruimte. Een dimensie in geometrie wordt gedefinieerd als het aantal coördinaten dat nodig is om een punt op het object te specificeren, volgens Wolfram MathWorld. Als u bijvoorbeeld twee figuren nodig hebt, zoals (2, 4), om te begrijpen waar een bepaalde plek is, heeft u te maken met een tweedimensionale vorm.
1-D afbeeldingen
Eéndimensionale afbeeldingen zijn afbeeldingen met slechts één dimensie. Dit is alleen mogelijk als je te maken hebt met een lijn, omdat de enige dimensie die je hebt lengte is, gedefinieerd door een enkele figuur. U kunt bijvoorbeeld gemakkelijk een plek vinden als u weet dat deze zich op de derde inch van links bevindt. Een lijn is echter alleen op theoretisch niveau 1-D, net zoals in het echte leven een lijn een breedte heeft van slechts honderdsten of duizendsten van een inch.
2D-afbeeldingen
Een soort afbeelding dat u in het echte leven kunt tegenkomen, is de tweedimensionale. De twee afgebeelde dimensies zijn lengte en breedte en de objecten op de foto zijn vlak. Voorbeelden van dergelijke afbeeldingen zijn oude Egyptische muurschilderingen of afbeeldingen van videogames vóór het PlayStation-tijdperk, waar beeldende kunstenaars geen realistische weergave van de ruimte wilden of konden geven.
3D-foto's
Driedimensionale afbeeldingen bevatten nog een andere dimensie: diepte. Dit type is het meest realistische, omdat de weergave van objecten of omgevingen lijkt op de manier waarop we ze door onze eigen ogen zien. Schilders gebruiken de techniek van het perspectief, door verafgelegen objecten kleiner te tekenen en hoeken zichtbaar te maken via het gezichtspunt, terwijl 3D-films twee afbeeldingen gebruiken die op hetzelfde scherm zijn geplaatst. Dergelijke afbeeldingen geven echter alleen de illusie van diepte, omdat het canvas of scherm altijd plat blijft.