Atomen zijn zo klein dat het moeilijk is voor de menselijke geest om hun omvang te begrijpen. Alles in het zichtbare universum bestaat uit atomen, maar de hoeveelheid atomen in dat geval is ongelooflijk. Nog verbazingwekkender is het feit dat atomen zelf niet eens fundamentele deeltjes zijn, maar in plaats daarvan bestaan uit nog kleinere stukjes materie die quarks worden genoemd. Een manier om de grootte van een atoom voor studenten te karakteriseren is om een relatief klein object te nemen en hen te laten zien dat er een ongelooflijke hoeveelheid atomen in zit.
Beschrijf een atoom, inclusief de drie hoofddelen (elektronen, protonen en neutronen), evenals het feit dat een atoom voornamelijk lege ruimte is.
Kies een relatief klein object en illustreer dat het een bijna ondoorgrondelijke hoeveelheid quarks bevat. Volgens de Universiteit van Illinois bevat een gemiddelde speldenknop ongeveer 500 miljoen miljoen atomen.
Bespreek hoe atomen niet de kleinste stukjes bekende materie zijn; de protonen en neutronen in de atomen bestaan uit een nog kleiner deeltje dat een quark wordt genoemd.
Illustreer dat atomen in grootte worden gekenmerkt ten opzichte van elkaar. Dit wordt gedaan door hun massa te vergelijken. Een atoom haalt zijn massa uit de protonen en neutronen in zijn kern (elektronen zijn relatief minder massa vergeleken met op quark gebaseerde deeltjes).