Inhoud
- Meeteenheden
- Uitdrukkingswijzen
- Gelijkheid van verhoudingen
- Verhoudingen als breuken
- Vervolgverhoudingen
Een ratio is een soort wiskundige metafoor, een analogie die wordt gebruikt om verschillende hoeveelheden van dezelfde maat te vergelijken. Je zou bijna elk type meting als een verhouding kunnen beschouwen, omdat elke meting ter wereld een soort referentiepunt moet hebben. Dit feit alleen al maakt meting per ratio een van de meest basale van alle vormen van kwantificering.
Meeteenheden
Een ratio vergelijkt twee dingen in dezelfde maateenheid. Het maakt niet uit wat die meeteenheid is - ponden, kubieke centimeters, gallons, newton-meters - het maakt alleen uit dat de twee in dezelfde eenheden worden gemeten. U kunt bijvoorbeeld 1 deel brandstof niet vergelijken met 14 delen lucht als u brandstof in ponden meet en lucht in kubieke voet.
Uitdrukkingswijzen
U kunt een verhouding uitdrukken in verhalende vorm of in symbolische wiskundige notatie.U kunt de verhouding uitdrukken als "de verhouding van A tot B", "A is tot B", "A: B" of het quotiënt van A gedeeld door B. U kunt bijvoorbeeld een verhouding van 1 tot 4 uitdrukken als 1: 4 of 0,25 (1 gedeeld door 4).
Gelijkheid van verhoudingen
U kunt verhoudingen gebruiken als directe analogieën om het ene ding met het andere te vergelijken, noteren met een "=" -teken of verbaal. U kunt bijvoorbeeld zeggen "A is tegen B zoals C is tegen D", of u kunt zeggen: "A: B = C: D." In dit geval zijn A en D de "uitersten" en worden B en C de "middelen" genoemd. U kunt bijvoorbeeld zeggen: "1 is tot 4 als 3 is tot 12", of u kunt zeggen "1: 4 = 3:12."
Verhoudingen als breuken
In de praktijk werken verhoudingen ongeveer als breuken. U kunt de dubbele punt vervangen door een deelteken en toch tot hetzelfde resultaat komen. Net als in het vorige voorbeeld komen 1/4 (1 gedeeld door 4) en 3/12 (3 gedeeld door 12) beide uit op 0,25. Dit komt overeen met de laatste manier van expressie. Dus elke verhouding kan worden uitgedrukt als A gedeeld door B.
Vervolgverhoudingen
Elke reeks van drie of meer verhoudingen kan aaneenrijgen om een continue of seriële verhouding te creëren. Bijvoorbeeld: "1 is tot 4 als 3 is tot 12 als 4 is tot 16" en "1: 4 = 3:12 = 4:16" zijn beide voortdurende verhoudingen. Door ze uit te drukken als decimale cijfers (het eerste getal door de tweede in elke verhouding delen), vind je inderdaad 0,25 = 0,25 = 0,25.