Inhoud
Op het gebied van hydrologie is het meten van dagelijkse regenval erg belangrijk. Vele methoden worden toegepast. Een daarvan is de Thiessen-polygoonmethode, een grafische techniek genoemd naar Alfred H. Thiessen, de Amerikaanse meteoroloog (1872-1956) die deze ontwikkelde. Thiessen-polygonen worden gebruikt om gebieden te berekenen in relatie tot specifiek geplaatste regenmeters en berekenen daarmee de gemiddelde hoeveelheid neerslag die in een specifiek bassin viel tijdens een storm- of weersincident.
Teken de locatie van regenmeters op de basiskaart met een potlood.
Verbind aangrenzende punten met stippellijnen met behulp van een rechte rand en een potlood.
Construeer middelloodlijnen over de stippellijnen.
Verbind de bissectrices om polygonen te schetsen die bij elk station of regio horen.
Tel vierkanten op het ruitjespapier om de grootte van elk gebied te bepalen. Gebieden van polygonen worden berekend en uitgedrukt als fracties van het totale gebied.
Maak een grafiek met behulp van de gegevens. Geef bijvoorbeeld vier kolommen op met het label Station Precipitation, Area in Basin, Percent of Total Area en Adjusted Precipitation. Noteer onder elke kolom gegeven gegevens. Onder Aangepaste neerslag vermenigvuldigt u de gegevens in kolom één met de gegevens in kolom drie voor elk gegevenspunt.
Bereken de som van kolom vier, de aangepaste neerslag. Deze som vertegenwoordigt de totale neerslag over het hele gebied.