Inhoud
De omtrek van vormen is de som van de lengte van elke zijde van een vorm. De omtrek voor een cirkel is anders: wanneer een diameter gelijk is aan één, is de omtrek gelijk aan pi. Aannemers gebruiken perimeter voor dingen zoals het bepalen van de lengte van hekken of het plaatsen van een rand rond een kamer.
Niet-ronde vormen
Meet de lengte van elke zijde van een vorm. Een parallellogram kan bijvoorbeeld zijden hebben van 3 inch, 3 inch, 5 inch en 5 inch.
Voeg de zijkanten samen. In het voorbeeld is 3 plus 3 plus 5 plus 5 gelijk aan een omtrek van 16 inch.
Herbereken de omtrek om uw werk te controleren. Omdat perimeterberekeningen drie of meer zijden toevoegen, verhoogt elke extra zijde de kans op een rekenfout.
Cirkel
Meet de diameter van de cirkel. De diameter is de lengte van het ene uiteinde van een cirkel tot het tegenovergestelde uiteinde van de cirkel. Een cirkel kan bijvoorbeeld een diameter van 10 inch hebben.
Verdeel de diameter in twee om de straal te bepalen. In het voorbeeld is de straal van de cirkel 5 inch.
Vermenigvuldig 2 met de radium en pi. In het voorbeeld 2 keer 5 keer 3,14, wat overeenkomt met een omtrek van 31,4 inch.
Herbereken de omtrek om uw werk te controleren en de kans op een wiskundige fout te elimineren.